ECLI:NL:GHSHE:2014:829
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Uitleg van een facultatief verrekenbeding in huwelijkse voorwaarden
In deze zaak, gewezen door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 25 maart 2014, betreft het een hoger beroep in een civiele procedure over de uitleg van een facultatief verrekenbeding in huwelijkse voorwaarden. De appellante, [de vrouw], heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, dat op 18 september 2013 is gewezen. In het incident dat aan het hof is voorgelegd, heeft [de vrouw] een incidentele vordering ingediend op grond van artikel 351 Rv, waarin zij stelt dat er sprake is van misbruik van recht en dat nieuwe omstandigheden aanleiding geven om het vonnis te heroverwegen.
Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat voor toewijzing van de incidentele vordering slechts plaats is indien er sprake is van misbruik van recht of nieuwe omstandigheden die zich hebben voorgedaan na de uitspraak in eerste aanleg. [de vrouw] heeft aangevoerd dat de rechtbank de huwelijkse voorwaarden onjuist heeft uitgelegd en dat haar belang om te wachten met betalen zwaarder dient te wegen dan het belang van [de man] bij tenuitvoerlegging van het vonnis. Het hof heeft echter geoordeeld dat de omstandigheden die [de vrouw] aanvoert, niet als nieuwe omstandigheden kunnen worden aangemerkt, aangezien deze reeds bekend waren ten tijde van de procedure in eerste aanleg.
Het hof heeft geconcludeerd dat het belang van [de man] bij de tenuitvoerlegging van het vonnis zwaarder weegt dan het belang van [de vrouw] om te wachten op een onherroepelijke beslissing in de hoofdzaak. De incidentele vordering van [de vrouw] is afgewezen, en zij is veroordeeld in de proceskosten van het incident. De hoofdzaak is verwezen naar de rol voor beraad partijen, waarbij verdere beslissingen zijn aangehouden.