4.1.Het gaat in deze zaak om het volgende. Tegen de door de voorzieningenrechter vastgestelde feiten is een grief aangevoerd. Het hof zal daarop nog terugkomen, en voorts deze vaststelling van feiten als uitgangspunt aannemen en waar nodig deze feiten nog aanvullen.
[appellant] is sinds 1 november 1995 werkzaam bij [Bedrijf in montage- en bevestigingsmateriaal]. Tot 2002 was hij werkzaam in de functie van vertegenwoordiger. Sinds 2002 is hij districtsleider van een aantal vertegenwoordigers.
Artikel 3 sub b van de onderhavige arbeidsovereenkomst luidt (deels) als volgt:
“De werkgever heeft te allen tijde het recht de functie-inhoud te wijzigen c.q. uit te breiden.”
[Bedrijf in montage- en bevestigingsmateriaal] is een onderdeel van de Duitse [wereldwijd marktleider]. De [wereldwijd marktleider] is wereldwijd marktleider op het gebied van montage- en bevestigingsmateriaal.
In de periode van 21 juni 2010 tot 20 september 2012 heeft [Bedrijf in montage- en bevestigingsmateriaal] een aantal brieven aan [appellant] verzonden die een weergave betreffen van D(istrict) L(eider)-gesprekken die namens [Bedrijf in montage- en bevestigingsmateriaal] met [appellant] hebben plaatsgevonden.
Op 6 februari 2013 heeft er tussen [appellant] en [X.] en [directeur van geintimeerde] van [Bedrijf in montage- en bevestigingsmateriaal] een zogeheten TNT- bespreking plaatsgevonden. Daarbij was tevens [vertegenwoordiger bij geintimeerde], vertegenwoordiger bij [Bedrijf in montage- en bevestigingsmateriaal], aanwezig. Tijdens deze bespreking werd door [directeur van geintimeerde], directeur van [Bedrijf in montage- en bevestigingsmateriaal], aangegeven dat hij ontevreden was over de werkzaamheden van [appellant]. Aan het einde van het gesprek werd aan [appellant] medegedeeld dat hij in de functie van vertegenwoordiger verder zou moeten gaan.
In een brief van 12 februari 2013 van [directeur van geintimeerde] aan [appellant] staat het navolgende:
“
Gisteren, op 11 februari 2013, hebben wij nogmaals, in het bijzijn van uw regioleider [regioleider], een uitvoerig gesprek gevoerd over de beslissing die wij vorige week samen hebben genomen. Wij zijn in de afgelopen week reeds overeengekomen dat u de functie van districtsleider met ingang van 1 maart 2013 neerlegt en uw ervaring weer als vertegenwoordiger gaat neerzetten…Daarbij hadden nog wij het idee dat wij u wellicht eveneens als Solar specialist kunnen inzetten…In het verleden deed zich telkens weer het een of andere thema voor, waarover wij in uw functie van districtsleider niet tevreden waren. Om deze reden vind ik dat dan ook een juiste beslissing en wij willen u als vertegenwoordiger graag bij [Bedrijf in montage- en bevestigingsmateriaal] Nederland behouden. Hiermee samenhangend hebben wij ook over uw toekomstige salaris gesproken. Op dit moment is uw garantiesalaris in uw hoedanigheid als districtsleider vastgesteld op € 3.900,00 bruto per maand. Dit garantiesalaris heeft natuurlijk uitsluitend betrekking op de functie van een districtsleider en niet van een vertegenwoordiger. Om deze reden heb ik in ons gesprek het volgende medegedeeld. Wij zullen met ingang van 1 maart 2013 tot en met 31 augustus 2013 uw garantiesalaris aanpassen naar € 3.750,-. Vanaf 1 september 2013 tot en met 28 februari 2014 zullen wij uw garantiesalaris aanpassen naar € 3.200,-. Uiteraard ben ik graag bereid om op elk tijdstip uw ontwikkeling te evalueren en uw salarisontwikkeling nauwkeurig bekijken.”
Bij brief van 23 februari 2013 heeft [appellant] het volgende aan [Bedrijf in montage- en bevestigingsmateriaal] bericht:
“In aansluiting op onze gesprekken van woensdag 6 februari 2013, maandag 11 februari 2013 en uw brief van 12 februari 2013 teken ik met deze brief bezwaar aan tegen uw voorstel tot wijziging van mijn functie en arbeidsvoorwaarden…Ik werd…tijdens het geplande TNT gesprek volledig overvallen door de wending die het gesprek nam. Gezien het feit dat [Bedrijf in montage- en bevestigingsmateriaal] mij niet eerder heeft aangesproken op mijn functioneren hierin, heb ik ook geen enkele mogelijkheid gehad afspraken te maken over een eventueel verbetertraject om mogelijke kritiekpunten te bespreken en mij te kunnen verbeteren. Geachte heer [directeur van geintimeerde], omdat ik niets anders wil dan mijn carrière positief voort te zetten bij [Bedrijf in montage- en bevestigingsmateriaal], leg ik mij onder uitdrukkelijk protest neer bij uw besluit en zal ik de door u uitgesproken demotie van districtsleider naar vertegenwoordiger per 1 maart 2013 aanvaarden, onder voorbehoud dat mijn huidige arbeidsvoorwaarden ongewijzigd blijven. Gezien bovenstaande ga ik ook niet akkoord met de door u voorgestelde salarisafbouw.”
Bij brief van 27 februari 2013 reageert [directeur van geintimeerde] op bovenstaande brief van [appellant], waarna [appellant] weer reageert bij brief van 5 maart 2013.
Op 1 maart 2013 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen [personeelsfunctionaris] (personeelsfunctionaris) en [appellant], waarbij tevens aanwezig waren [regioleider] en [directeur van geintimeerde].
Van deze bijeenkomst is een kort verslag gemaakt, waarbij onder meer het volgende is vastgelegd:
“
Wij hebben gezamenlijk afgesproken dat de demotie door jou wordt aanvaard en dat wij op 4 maart 2013 om 08.00 uur een afspraak hebben ingepland om verder te spreken over de inhoud van de brief welke dhr. [directeur van geintimeerde] op 27 februari 2013 heeft verzonden.
Jij hebt hierbij aangegeven op sommige punten te willen reageren, maar niet als doel om de functiewijziging aan te vechten. Het enige waar jij niet mee eens bent is het salaris. Ook daar zullen wij op 4 maart 2013 verder over spreken.”
Voornoemde vastlegging is voor akkoord ondertekend door [appellant].
Op 6 maart 2013 vindt nog een gesprek plaats tussen [regioleider], [directeur van geintimeerde] en [appellant] waarin een nieuw aanbod tot salaris afbouw gedaan wordt, inhoudende een salaris van € 3.900,- per maand van 1 maart 2013 tot 1 september 2013, van € 3.700,- per maand van 1 september 2013 tot 1 maart 2014 en van € 3.200,- per maand van 1 maart 2014 tot 1 september 2014. Daarnaast kan [appellant] aanspraak maken op een premie bij het behalen van de omzetten. Dit voorstel is vastgelegd in een brief van 5 maart 2013 van [Bedrijf in montage- en bevestigingsmateriaal] aan [appellant] (productie 9 bij inleidende dagvaarding). Vervolgens hebben partijen en de gemachtigden van partijen met elkaar gecorrespondeerd.
Sinds 1 maart 2013 is [appellant] werkzaam als vertegenwoordiger bij [Bedrijf in montage- en bevestigingsmateriaal].