Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellante],
[appellant],
[appellante],
[appellant],
[appellant],
[appellant],
[appellant],
[appellante],
[appellant],
[appellante],
[appellante],
[appellant],
[appellant],
[appellant],
[appellante],
1.de Stichting ABAB,
2.mr. [notaris],
maatschap[maatschap] Notarissen,
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/ rolnummer 182409/HA ZA 08-2028)
2.Het geding in hoger beroep
3.De gronden van het hoger beroep
4.De beoordeling
[appellante 1], is de laatstlevende van een gezin, dat naast haar bestond uit de volgende broers en zus:
[appellant 2],
[appellante 3],
[appellant 4],
[appellant 5]en
[appellant 6], zijn de kinderen van [overledene 6] uit zijn huwelijk met [echtgenote van overledene 6]. De eveneens uit dat huwelijk geboren dochter[dochter] is overleden op 26 maart 1983. Eiser sub 7,
[appellant 7], is de zoon van [echtgenote van overledene 6] uit haar huwelijk met [tweede echtgenoot].
[appellante 8],
[appellant 9],
[appellante 10]en
[appellante 11], zijn de kinderen van [overledene 7] uit zijn huwelijk met [echtgenote van overledene 7].
[appellant 12],
[appellant 13],
[appellant 14]en
[appellante 15], zijn de kinderen van [overledene 8] uit zijn huwelijk met [echtgenote van overledene 8].
eerstetestamentenwijziging.
tweedetestamentenwijziging.
- op 23 maart 2004 gepasseerde testament van [overledene 1],
- het op 29 juli 2005 gepasseerde testament van [overledene 2]
- en de advisering omtrent deze testamenten, welke schade nader dient te worden opgemaakt bij staat.
De rechtbank merkt ten slotte nog op dat de vorderingen van [appellanten ] c.s. niet zien op [overledene 4], die is overleden op 14 maart 2008’.
dat [appellante 1] onder geen beding een vruchtgebruiktestament wilde’. Anders dan ABAB thans stelt bestonden er geen afdoende rechtvaardigingsgronden om advisering en verificatie als hier aan de orde achterwege te laten, temeer niet zo te handelen enkel op basis van een telefonische mededeling van de notaris. De heer [jurist en estate planner] en ABAB hebben een eigen verantwoordelijkheid jegens [appellante 1], [overledene 2], [overledene 5] of [overledene 4] niet alleen om een deugdelijk advies uit te brengen, zoals de opdracht luidde, maar ook om te verhinderen dat zij af zouden gaan op een mogelijk onjuist advies van de notaris. En daarvoor was alle aanleiding als juist is, zoals ABAB stelt, dat de notaris niet mee zou gaan in een vruchtgebruiktestament. De betrokkenheid van de notaris en zelfs zijn leidende rol en alle andere omstandigheden door ABAB genoemd zijn daartoe ontoereikend. Naar het oordeel van het hof kan de tekortschietende handelwijze van de heer [jurist en estate planner] aan ABAB worden toegerekend.