2.1.Het gaat in deze zaak om het volgende.
a. [appellant] heeft bij dagvaarding van 3 december 2008 een geding tegen [geïntimeerde] aanhangig gemaakt bij de rechtbank, waarbij [appellant] op grond van een overeenkomst van aanneming van werk tussen partijen een bedrag van € 6.164,20 vermeerderd met rente en kosten heeft gevorderd.
b. [geïntimeerde] heeft in dit geding in eerste aanleg verweer gevoerd in conventie en in reconventie nakoming gevorderd van genoemde overeenkomst. Voorts heeft [geïntimeerde] veroordeling van [appellant] in de proceskosten van beide procedures gevorderd.
c. [appellant] heeft verweer gevoerd tegen de vordering in reconventie van [geïntimeerde] en veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van de procedure in reconventie gevorderd.
d. De rechtbank heeft [geïntimeerde] in conventie veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag van € 6.164,20 vermeerderd met rente, de in conventie gevorderde vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten afgewezen en het in reconventie gevorderde afgewezen, waarbij [geïntimeerde] in de kosten van de procedure in conventie en van de procedure in reconventie is veroordeeld.
e. [geïntimeerde] is tegen deze uitspraak in hoger beroep gekomen. Hij heeft daarbij vijf grieven ontwikkeld en geconcludeerd tot vernietiging van het vonnis waarvan beroep en – na wijziging en vermindering van eis – primair een bedrag van € 11.390,12 ter zake van schadevergoeding, vermeerderd met rente gevorderd en subsidiair nakoming van de overeengekomen werkzaamheden. Voorts heeft [geïntimeerde] terugbetaling gevorderd van het door hem ter uitvoering van het bestreden vonnis aan [appellant] voldane bedrag vermeerderd met rente en veroordeling van [appellant] in de kosten van de procedures in beide instanties.
f. [appellant] heeft de grieven bij memorie van antwoord bestreden.
g. [geïntimeerde] heeft vervolgens bij rolbericht verzocht een akte te mogen nemen met als toelichting dat [geïntimeerde] nog kort wenste te reageren op enkele stellingen van [appellant]. Na de gelegenheid te zijn geboden deze akte nog te nemen, heeft [geïntimeerde] bij akte een deskundigenrapport van [deskundige] van Eff Eff Bouwpathologie (hierna “het deskundigenbericht”) in de procedure gebracht.
h. [appellant] heeft bij antwoordakte tegen de overlegging van het deskundigenrapport bezwaar gemaakt.
i. Het hof heeft hierop in zijn arrest van 18 december 2012 geoordeeld dat van strijd met een goede procesorde geen sprake was. Naar het oordeel van het hof was gesteld noch gebleken dat [appellant] onvoldoende heeft kunnen reageren op het deskundigenrapport of dat het deskundigenrapport nader onderzoek nodig maakte waarvoor het geding in hoger beroep geen gelegenheid meer bood. De stellingen waarop het rapport betrekking had, waren reeds eerder door [appellant] ingenomen. Het hof heeft daarom het bezwaar tegen overlegging van het deskundigenrapport gepasseerd en het deskundigenrapport bij zijn oordeelsvorming betrokken. Vervolgens is [geïntimeerde] veroordeeld tot betaling aan [appellant] van een bedrag van € 268,50 vermeerderd met btw en rente, is [appellant] veroordeeld tot betaling aan [geïntimeerde] van een bedrag van € 5.314,53 vermeerderd met btw en rente en tot terugbetaling aan [geïntimeerde] van al wat [geïntimeerde] ter uitvoering van het bestreden vonnis aan [appellant] had voldaan vermeerderd met rente en is [appellant] veroordeeld in de proceskosten van beide instanties. Het meer of anders gevorderde is afgewezen.