In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 16 december 2014, gaat het om de aansprakelijkheid van een aannemer en onderaannemer in het kader van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav). De hoofdaannemer, [X.] Bouw B.V., had [Y.] Complete Afbouw B.V. ingeschakeld voor werkzaamheden aan een nieuwbouwproject. Tijdens een controle door de Arbeidsinspectie werden overtredingen vastgesteld, wat leidde tot boetes voor zowel de hoofdaannemer als de opdrachtgever, Pro Persona GGZ. De hoofdaannemer vorderde in hoger beroep dat de onderaannemer de aan haar opgelegde boetes zou vergoeden, op basis van een contractueel beding dat de financiële gevolgen van boetes op de onderaannemer kon worden verhaald.
Het hof oordeelde dat de boetes niet konden worden verhaald op de onderaannemer, omdat de hoofdaannemer zelf tekort was geschoten in haar verplichtingen. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het causaal verband tussen de tekortkomingen van de onderaannemer en de opgelegde boetes ontbrak. Het hof bevestigde deze conclusie en benadrukte dat de Wav vereist dat elke werkgever in de keten verantwoordelijk is voor de naleving van de wet. De hoofdaannemer kon niet zonder meer de boetes verhalen op de onderaannemer, omdat de eigen tekortkomingen van de hoofdaannemer aan de opgelegde boetes ten grondslag lagen.
Het hof verwees de zaak naar de rol voor het nemen van aktes, waarbij partijen hun standpunten over de nietigheid van de contractuele bepalingen dienden te onderbouwen. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van werkgevers onder de Wav en de beperkingen van contractuele afspraken die in strijd met de wet zijn.