Uitspraak
GERECHTSHOF ̓s-HERTOGENBOSCH
1.ASR Verzekeringen N.V.,
2.ING Assurantiekantoren Nederland B.V., thans genaamd Zicht B.V.,
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknummer/rolnummer 206193/HA ZA 10-248)
2.Het geding in hoger beroep
3.De gronden van het hoger beroep
4.De beoordeling
Verzekerd is de aansprakelijkheid voor schade aan personen en zaken die met of door het verzekerde motorrijtuig (…) veroorzaakt is tijdens de duur van de verzekering. Ook de schade die daaruit voortvloeit is verzekerd.”
- voor recht te verklaren dat ASR gehouden is dekking te bieden voor de schade die [appellant] heeft geleden door de blinde woede met als gevolg de aanrijding en de mishandeling door [belanghebbende], althans de aanrijding en de mishandeling door [belanghebbende];
- ASR te veroordelen tot volledige dan wel gedeeltelijke vergoeding van de schade die zal worden toegewezen in de tussen [appellant] en [belanghebbende] aanhangige schadestaatprocedure, althans een door het hof te begroten bedrag, althans in schadevergoeding nader op te maken bij staat en te vereffenen bij wet;
- ASR te veroordelen in de (na)kosten van de procedure(s).
verkeersslachtoffer. Dit betekent dat de dagvaarding van 4 februari 2005 niet binnen de reikwijdte van de doorstuiting van artikel 10 lid 4 WAM valt en daarmee geen stuiting van de verjaring van de WAM-vordering van [appellant] op ASR oplevert. De eerste grond voor stuiting die [appellant] bij de comparitie van partijen in eerste aanleg aanvoerde, gaat daarom niet op.