ECLI:NL:GHSHE:2014:4957

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
25 november 2014
Publicatiedatum
25 november 2014
Zaaknummer
HD 200.131.352_02
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake kennelijk onredelijk ontslag en verjaring in arbeidszaak

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, ging het om een hoger beroep dat was ingeleid door een appellante tegen de Stichting TanteLouise-Vivensis. De appellante, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.A. van Dijk, had in eerste aanleg een vordering ingesteld tegen Vivensis, die werd afgewezen door de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De zaak betrof een kennelijk onredelijk ontslag en de vraag of de vordering was verjaard. Het hof constateerde dat belangrijke producties ontbraken in het dossier dat door de appellante was overgelegd. Ondanks herhaalde verzoeken van het hof om deze producties aan te leveren, had de appellante dit nagelaten. Het hof gaf de appellante een laatste kans om de ontbrekende producties uiterlijk op 9 december 2014 in te dienen. Indien deze producties niet tijdig zouden worden ontvangen, zou het hof de gevolgen verbinden die het geraden achtte. Het hof hield verdere beslissingen aan en verwees de zaak naar de rol van 9 december 2014 voor akte aan de zijde van de appellante. Dit arrest werd uitgesproken op 25 november 2014.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer HD 200.131.352/02
arrest van 25 november 2014
in de zaak van
[appellante],
wonende te [woonplaats],
appellante,
hierna aan te duiden als [appellante],
advocaat: mr. R.A. van Dijk te Houten,
tegen
de Stichting TanteLouise-Vivensis,
gevestigd te [vestigingsplaats],
geïntimeerde,
hierna aan te duiden als Vivensis,
advocaat: mr. H.B. Dekker te Rotterdam,
op het bij exploot van dagvaarding van 24 juli 2013 ingeleide hoger beroep van het vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 15 mei 2013 gewezen tussen [appellante] als eiseres en Vivensis als gedaagde.

1.Het geding in eerste aanleg (zaaknummer 750933 CV EXPL 12-7856)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

2.Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding in hoger beroep met grieven en drie producties;
- de memorie van antwoord met drie producties;
Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

3.De beoordeling

3.1.
Het hof heeft geconstateerd dat de producties bij dagvaarding eerste aanleg, conclusie van antwoord en conclusie van repliek ontbreken in het door [appellante] aan het hof overgelegde dossier.
3.2.
Ondanks dat het hof [appellante] daartoe meerdere malen in de gelegenheid heeft gesteld, heeft deze tot op heden voornoemde producties niet aan het hof overgelegd.
3.3.
Het hof gelast [appellante] voornoemde producties uiterlijk op de rol van 9 december 2014 bij akte aan het hof over te leggen. Een antwoordakte wordt
niettoegelaten.
3.4.
Indien het hof voornoemde producties op die datum niet heeft ontvangen, zal het daaraan de gevolgen verbinden die het geraden acht.
Het hof:
verwijst de zaak naar de rol van 9 december 2014 voor akte aan de zijde van [appellante] met het onder 3.3. vermelde doel (zonder antwoordakte);
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. W.H.B. den Hartog Jager, M. van Ham en Y.L.L.A.M. Delfos-Roy, en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 25 november 2014.