Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5 Het verloop van de procedure
6.De gronden van het hoger beroep
7.De beoordeling
UitsluitingenGeen garantie, met inbegrip van gevolgschade, wordt verleend indien:
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een geschil tussen Automotive B.V. (appellante) en Handelsnaam (geïntimeerde) over de garantie en onderhoud van een koelwagen. De appellante had een Mercedes Sprinter verkocht aan de geïntimeerde, waarbij een garantie was overeengekomen die liep van 8 november 2009 tot en met 8 november 2011. Op 14 maart 2011 viel de koelpomp van de koelwagen, wat leidde tot schade aan het voertuig en andere voertuigen. De geïntimeerde stelde dat de schade onder de garantie viel, terwijl de appellante betwistte dat zij verantwoordelijk was voor de kosten van de schade.
De rechtbank had in eerste aanleg geoordeeld dat de appellante de schade voor eigen rekening moest verhelpen, omdat de geïntimeerde tijdig een beroep op de garantie had gedaan. De appellante ging in hoger beroep en voerde aan dat de geïntimeerde zijn onderhoudsverplichtingen niet was nagekomen, waardoor de garantie niet van toepassing zou zijn. Het hof oordeelde dat de appellante de bewijslast had om aan te tonen dat de schade het gevolg was van onvoldoende onderhoud door de geïntimeerde.
Het hof stelde vast dat de appellante niet voldoende bewijs had geleverd dat de geïntimeerde in gebreke was gebleven met het onderhoud. De appellante werd toegelaten om bewijs te leveren dat de werkplaatsreceptionist op 14 maart 2011 had geadviseerd om de koelwagen niet verder te gebruiken. Het hof hield de verdere beslissing aan en verwees de zaak naar de rol voor het horen van getuigen.