Uitspraak
[betrokkene 1]gehoord als getuige. Zij heeft in dat verhoor, voor zover relevant en zakelijk weergegeven, het volgende verklaard:
Als [naam verdachte] werd opgebeld, kwam hij naar mij en lichtte mij in. We zijn vervolgens samen naar Nederland gereden. (…) Behalve [naam verdachte] was in mijn tijd daar nog [medeverdachte](het hof begrijpt: [medeverdachte])
als chauffeur werkzaam. (…) .“ [1]
[naam verdachte]is op 28 maart 2012 gehoord, bij welke gelegenheid hij, voor zover relevant en zakelijk weergegeven, het volgende heeft verklaard.
verdachte- voor zover relevant en zakelijk weergegeven - als volgt verklaard:
memorie van toelichtingbij het wetsvoorstel dat heeft geleid tot de Wet van 9 december 2004 tot uitvoering van internationale regelgeving ter bestrijding van mensensmokkel en mensenhandel (Stb. 2004, 645) wordt nadrukkelijk overwogen dat:
is het artikel 250a, eerste lid, onderdeel 2°, neergelegd. In het algemeen gedeelte is uiteengezet dat behoefte bestaat aan handhaving van de strafbaarstelling van deze vorm van op seksuele uitbuiting gerichte grensoverschrijdende mensenhandel.
" [3]
.
memorie van antwoordbij het wetsvoorstel dat heeft geleid tot de Wet van 9 december 1993 tot wijziging van de art. 250bis en 250ter van het Wetboek van Strafrecht (de voorgangers van artikelen 273a/273f) blijkt dat de Minister van Justitie destijds tijdens de openbare behandeling in de Tweede Kamer van het ontwerp-artikel inzake vrouwenhandel het volgende opmerkte: