Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellant 1],
[appellante 2],
6.Het verloop van de procedure
7.De verdere beoordeling
8.De uitspraak
dinsdag 9 december 2014voor het nemen van een antwoordakte aan de zijde van [appellanten c.s.];
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep in een civiele procedure over een persoonlijke lening onder de Wet op het consumentenkrediet. De appellanten, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. Harte, hebben in hoger beroep de beslissing van de rechtbank Middelburg aangevochten. De geïntimeerde, LaSer Nederland B.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. R.E. Koopman, heeft in een eerder tussenarrest de gelegenheid gekregen om bepaalde documenten in te dienen die relevant zijn voor de beoordeling van de vordering.
In het tussenarrest van 27 mei 2014 is LaSer in de gelegenheid gesteld om de ingebrekestelling en andere relevante stukken in het geding te brengen. LaSer heeft in haar akte na tussenarrest betoogd dat het hof buiten de rechtsstrijd is getreden door te oordelen over de dwingendrechtelijke bepalingen van de Wet op het consumentenkrediet. LaSer stelt dat de appellanten niet hebben aangevoerd dat niet aan deze bepalingen is voldaan en dat er geen sprake is van niet-nakoming.
Daarnaast heeft LaSer betoogd dat op basis van artikel 6:80 lid 1 sub b BW een ingebrekestelling niet nodig is, omdat de appellanten bewust hun betalingsverplichtingen niet zijn nagekomen. LaSer heeft ook de hoogte van de vordering berekend en verzocht om een vergoeding voor de vertragingsvergoeding. De appellanten hebben niet gereageerd op de akte van LaSer en een verzoek om uitstel voor het nemen van een antwoordakte is door de rolraadsheer geweigerd.
Het hof heeft op 9 december 2014 besloten om de zaak aan te houden en de appellanten alsnog in de gelegenheid te stellen om een antwoordakte te nemen, waarbij iedere verdere beslissing is aangehouden. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken op 11 november 2014.