In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een belanghebbende die 80 tot 100% arbeidsongeschikt is verklaard en zijn uitkeringen uit een arbeidsongeschiktheidsverzekering laat uitbetalen aan zijn besloten vennootschap (BV). De BV betaalt deze uitkeringen jaarlijks uit aan de belanghebbende. Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de betalingen van de BV aan de belanghebbende geen loon zijn en dat het afstaan van de uitkeringen aan de BV niet kan worden gekwalificeerd als 'negatief loon'. De belanghebbende had eerder bezwaar gemaakt tegen een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen, waarbij de Inspecteur het verlies uit werk en woning had vastgesteld. De belanghebbende verzocht om schadevergoeding wegens onrechtmatig handelen van de Inspecteur, maar dit verzoek werd afgewezen. Het Hof bevestigt de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, die het beroep van de belanghebbende ongegrond had verklaard. De zaak is behandeld op 22 september 2014, waarbij de belanghebbende en vertegenwoordigers van de Inspecteur aanwezig waren. Het Hof concludeert dat de uitkeringen van de arbeidsongeschiktheidsverzekering geen loon vormen en dat de belanghebbende geen recht heeft op schadevergoeding. De uitspraak van de Rechtbank wordt bevestigd en het hoger beroep wordt ongegrond verklaard.