ECLI:NL:GHSHE:2014:4334
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis rechtbank 's-Hertogenbosch met betrekking tot Coöperatieve Rabobank Peelland Zuid U.A.
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant] tegen een vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch, gewezen op 14 september 2011. De appellant, vertegenwoordigd door mr. M.C.J. Houben, heeft de Rabobank, als geïntimeerde, opgeroepen om te verschijnen ter openbare terechtzitting van het hof op 27 maart 2012. De appellant kreeg een termijn van zes weken om zijn memorie van grieven in te dienen, maar deze termijn is meerdere keren verlengd. Uiteindelijk is de memorie van grieven niet tijdig ingediend, waardoor het recht van de appellant om deze in te dienen is vervallen. De rolraadsheer heeft dit aan de wederpartij meegedeeld.
De zaak werd ambtshalve geroyeerd per 1 januari 2013, maar de Rabobank heeft verzocht om de zaak opnieuw op de rol te plaatsen en heeft arrest gevraagd. Op 17 juni 2014 was de datum vastgesteld voor het arrest, maar de appellant heeft op die datum de drie raadsheren gewraakt, wat leidde tot een schorsing van de zaak. De wrakingskamer heeft op 9 september 2014 het verzoek tot wraking afgewezen en bepaald dat de zaak voortgezet wordt in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het wrakingsverzoek.
Uiteindelijk heeft het hof geoordeeld dat de appellant geen grieven heeft aangevoerd tegen het vonnis waarvan beroep, wat betekent dat hij niet-ontvankelijk wordt verklaard in het hoger beroep. De appellant wordt veroordeeld in de kosten van de procedure in hoger beroep, die aan de zijde van de Rabobank zijn begroot op € 1.769,- aan griffierecht en € 447,- aan salaris advocaat. Dit arrest is uitgesproken op 21 oktober 2014.