Uitspraak
10.Het verdere verloop van de procedure
- het proces-verbaal van voortzetting van de enquête van 23 mei 2013;
- de memorie na enquête van [Montage];
- de antwoord memorie na enquête van de bank.
11.De verdere beoordeling
onderwerp: Berichtenscherm RIB
“(…)
[“is zojuist live gegaan”]
“Binnen Rabo Internetbankieren”heeft betrekking op [plaatsing op] het berichtenscherm. [getuige 9.] denkt dat het bericht inderdaad op 20 mei 2010 is geplaatst. Zijn afdeling en meer in het bijzonder zijn collega controleert dat altijd, door in te loggen en na te gaan of het er goed staat met alles op de goede plaats, aldus nog steeds de getuigenverklaring van [getuige 9.].
: “De klant mag een beveiligingscode nooit direct of indirect aan een (rechts)persoon kenbaar maken, anders dan aan de bank of een door de bank toegelaten derde.”Nog daargelaten dat gesteld noch gebleken is dat [Montage] zich daadwerkelijk op het verkeerde been heeft laten zetten door deze tekst, had [Montage] er op 8 juni 2010 als gevolg van de waarschuwingen door de bank op bedacht moeten zijn dat degene die haar belde geen bankmedewerker was. Die vragen immers nooit naar beveiligingscodes.