In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 18 september 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontheffing van het ouderlijk gezag van de moeder over haar vier kinderen. De moeder vertoont een terugkerend patroon van drugsgebruik, criminaliteit en huiselijk geweld, en heeft ernstige persoonlijke problematiek, waaronder een Borderline stoornis en laagbegaafdheid. De rechtbank had eerder de moeder en de vader ontheven van het gezag over de kinderen, en de stichting tot voogdes benoemd. De moeder heeft in hoger beroep verzocht om het gezag te behouden, maar het hof oordeelt dat de moeder ongeschikt en onmachtig is om voor de kinderen te zorgen. De kinderen hebben behoefte aan rust, regelmaat en structuur, wat de moeder niet kan bieden. Het hof bekrachtigt de eerdere beschikkingen van de rechtbank en stelt dat het belang van de kinderen voorop staat. De moeder kan niet de juiste beslissingen nemen en er is een gezagsvacuüm ontstaan door haar detentie en onbereikbaarheid. De pleeggezinnen bieden de kinderen de stabiliteit die zij nodig hebben, en het hof concludeert dat de ontheffing van het gezag in het belang van de kinderen noodzakelijk is.