Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Onderzoek ter zitting
Beslissing
Gronden
cassatie is gericht.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 12 september 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant. De zaak betreft een naheffingsaanslag loonheffingen die is opgelegd aan de belanghebbende voor het jaar 2010. De inspecteur had in 2006 een beschikking afgegeven voor een 'Verklaring geen privé gebruik auto', maar na een controle in 2012 concludeerde de inspecteur dat de belanghebbende niet voldeed aan de vereiste sluitende rittenadministratie voor de jaren 2010 tot en met 2012. De rechtbank had het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, omdat deze niet overtuigend had aangetoond dat de auto voor minder dan 500 kilometer privé was gebruikt.
Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de rechtbank op goede gronden een juiste beslissing had genomen. Het Hof oordeelde ook dat er geen redenen waren om de inspecteur te veroordelen tot vergoeding van het griffierecht of de proceskosten. De zitting vond plaats op 29 augustus 2014, waarbij de belanghebbende niet aanwezig was, maar de inspecteur vertegenwoordigd werd door twee heren. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.
De uitspraak benadrukt het belang van een sluitende rittenadministratie voor het verkrijgen van belastingvoordelen en de verantwoordelijkheden van de belastingplichtige in dit proces. Het Hof heeft de procedurele aspecten van het beroep in cassatie uiteengezet, inclusief de vereisten voor het indienen van een beroepschrift.