ECLI:NL:GHSHE:2014:3569
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Prejudiciële vraag over ingangsdatum wettelijke rente bij effectenlease-overeenkomsten
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een prejudiciële vraag aan de Hoge Raad over de ingangsdatum van de wettelijke rente die verschuldigd is over de door de aanbieder van effectenlease-overeenkomsten aan de afnemer te vergoeden inleg. De zaak is ontstaan uit een hoger beroep van Dexia Nederland B.V. tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Het hof had eerder op 17 juni 2014 een tussenarrest gewezen waarin het zijn voornemen aankondigde om een prejudiciële vraag te stellen aan de Hoge Raad. Partijen kregen de gelegenheid om hun standpunten over deze vraag kenbaar te maken.
Dexia heeft in haar akte na tussenarrest voorgesteld om de vraag te herformuleren en aanvullende vragen te stellen, maar het hof heeft besloten om zich te houden aan de eerder geformuleerde rechtsvraag. De zaak betreft de wettelijke rente over termijnbetalingen en eventuele aflossingen die de afnemer heeft gedaan in het kader van de effectenlease-overeenkomst. Het hof heeft bepaald dat na ontvangst van de beslissing van de Hoge Raad, partijen een termijn van vier weken krijgen om te reageren op die beslissing.
De uitspraak van het hof is gedaan op 9 september 2014 en is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer. Het hof heeft de griffier opgedragen om een afschrift van het arrest en het tussenarrest aan de civiele griffie van de Hoge Raad te zenden, en heeft verdere beslissingen aangehouden tot na de reactie van de partijen op de beslissing van de Hoge Raad.