Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Stichting Criminaliteitspreventie [vestigingsplaats 1]-[vestigingsplaats 2]-[vestigingsplaats 3],gevestigd te [vestigingsplaats 2],
[geïntimeerde 2],wonende te [vestigingsplaats 3],
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknummer 849529 CV EXPL 12-11800)
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
3.Duur van de overeenkomst
3 1 De overeenkomst kent een looptijd van 1 januari 2008, 00.00 uur tot en met 31 december 2010, 24.00 uur. Deze looptijd wordt stilzwijgend steeds met één kalenderjaar verlengd, tenzij minimaal 3 maanden vóór het einde van het betreffende kalenderjaar de overeenkomst door één van de partijen schriftelijk wordt opgezegd.
4.Tariefstelling(…)
- veroordeling van Boss Beveiliging tot betaling aan haar van een bedrag van € 28.640,92 wegens vergoeding van de aan Boss Beveiliging onverschuldigd betaalde beveiligingskosten over de jaren 2008 tot en met 2011 voor zover deze kosten de exploitatieopbrengsten over deze jaren overstegen;
- veroordeling van Boss Beveiliging tot betaling aan haar van een bedrag van € 9.368,85 wegens de door Boss Beveiliging onbetaald gelaten fee van 5 % van de exploitatiekosten over het jaar 2011;
“met bijvoegsel dat de verdere bepalingen, dus niet de financiële!!!, maar de verdere bepalingen zoals aantal visuele controleronden gehandhaafd moesten blijven”wordt weerlegd door de overigens door Boss Beveiliging niet bestreden tekst van voornoemde e-mail van de Stichting. Daar komt nog het volgende bij. Voor zover niet reeds blijkt uit de processtukken is ter zitting in hoger beroep een en andermaal duidelijk geworden dat in artikel 4 van de betreffende overeenkomst de kern van de financiële samenwerking tussen partijen is neergelegd. De Stichting verkrijgt haar financiële middelen uitsluitend uit de bijdragen van de deelnemers aan de collectieve surveillance en zij wendt deze middelen in de opzet van de overeenkomst geheel aan voor de betalingen aan Boss Beveiliging. Met Boss Beveiliging is tegen de achtergrond hiervan afgesproken dat het risico dat de deelnemersbijdragen in enig jaar onvoldoende zijn om de kosten van Boss Beveiliging voortvloeiend uit de overeenkomst van opdracht, voor rekening blijft van Boss Beveiliging, waarbij Boss Beveiliging bovendien een bijdrage (door partijen een fee genoemd) dient te leveren in de totale exploitatiekosten van de Stichting, nu deze de vraag naar beveiligingsdiensten van Boss Beveiliging coördineert. Zonder nadere toelichting, die ook niet door Boss Beveiliging is verstrekt, en zonder dat ook maar ergens uit blijkt dat dit in de overeenkomst essentiële uitgangspunt is verlaten (bijvoorbeeld doordat het thema is geweest van een nader overleg), kan redelijkerwijs niet worden aangenomen dat partijen gezien het voorstel van Boss Beveiliging en de reactie van de Stichting blijkend uit voornoemd e-mailverkeer hebben beoogd deze wezenlijke bepaling uit de overeenkomst opzij te zetten. Dat zou er immers toe zou leiden dat het risico dat de opbrengsten lager uitvallen dan de kosten van Boss Beveiliging zou worden overgeheveld van Boss Beveiliging naar de Stichting zonder daar zelfs maar op te wijzen in het schriftelijk verkeer tussen partijen over de aanpassing van de overeenkomst als zodanig. Evenmin kan daarom worden aangenomen dat Boss Beveiliging er redelijkerwijs van mocht uitgaan dat deze bepaling in de overeenkomst na medio 2011 tussen partijen geen gelding had. Daaraan doet ook niet af de inhoud van het gesprek op 11 november 2011. Immers in dat gesprek komt slechts aan de orde hoe partijen zich in het licht van de bestaande overeenkomst en de ontwikkelingen in de afgelopen jaren jegens elkaar hebben gedragen. Van enige wijziging in de overeenkomst anders dan de intensiteit van de surveillance blijkt niet.
dat hij de factuur (van november 2011, hof) morgenmiddag, 30 november ’s-middags dus, zou overmaken”.
“als hij thuis was hij het in orde zou maken”