In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, hebben appellanten, vertegenwoordigd door advocaat mr. L.R.G.M. Spronken, hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in een geschil over onbetaalde declaraties van hun advocaat, geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. M.L. Daniëls. De zaak betreft de betaling van zes declaraties die door de advocaat van appellanten zijn verzonden in de periode van augustus 2010 tot mei 2011, waarvan het resterende bedrag € 10.808,42 bedraagt. De kantonrechter had in een eerder vonnis de vorderingen van de advocaat toegewezen, maar appellanten betwistten de bevoegdheid van de kantonrechter en de specificiteit van de facturen. Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de WTBZ (Wet Tarieven in Burgerlijke Zaken) een bijzondere rechtsgang biedt voor geschillen over het salaris van advocaten. Het hof oordeelde dat de kantonrechter onbevoegd was om de hoogte van de declaraties te beoordelen, omdat dit onder de WTBZ valt. Het hof heeft de eerdere vonnissen van de kantonrechter vernietigd voor zover deze betrekking hadden op de hoogte van de declaraties en heeft partijen verwezen naar de begrotingsprocedure zoals neergelegd in de WTBZ. De verdere beoordeling van de overige grieven en beslissingen, waaronder de verschuldigdheid van wettelijke rente en proceskosten, is aangehouden totdat de begrotingsprocedure is afgerond. Het hof verwacht van de geïntimeerde dat deze procedure op korte termijn wordt opgestart en heeft de zaak naar de rol verwezen voor verdere akte.