7.3.[Boomkwekerij] heeft in hoger beroep zowel de vordering als de grondslag van de vordering gewijzigd.
[Boomkwekerij] heeft in hoger beroep gevorderd:
Primair:
1. voor recht te verklaren dat [Handelsonderneming] onrechtmatig heeft gehandeld jegens [Boomkwekerij] wegens het verstrekken van een of meerdere ondeugdelijke adviezen aangaande het gebruik van de bestrijdingsmiddelen Butisan en Kerb en dat zij om die reden gehouden is de door [Boomkwekerij] geleden schade te vergoeden;
2. voor recht te verklaren dat [Handelsonderneming] aansprakelijk is voor de gedragingen van [voormalig verkoper Handelsonderneming] en dat zij om die reden gehouden is de door [Boomkwekerij] geleden schade te vergoeden;
Subsidiair:
3. voor recht te verklaren dat [Handelsonderneming] toerekenbaar is tekortgeschoten van de op haar rustende verplichting om [Boomkwekerij] deugdelijk te adviseren aangaande het gebruik van bestrijdingsmiddelen;
4. [Handelsonderneming] te veroordelen, uitvoerbaar bij voorraad, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan [Boomkwekerij] een bedrag van € 1.023.294,60 te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 1 november 2009 over € 138.691,50, over € 325.113,68 vanaf 1 november 2010, over € 145.912,- vanaf 1 november 2011 en over € 413.577,50 vanaf 28 januari 2014;
5. [Handelsonderneming] te veroordelen, uitvoerbaar bij voorraad, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan [Boomkwekerij] een bedrag van € 21.730,69 aan buitengerechtelijke kosten;
6. [Handelsonderneming] te veroordelen, uitvoerbaar bij voorraad, in de proceskosten van beide instanties.
Zoals uit de gewijzigde eis reeds voortvloeit heeft [Boomkwekerij] in hoger beroep als grondslag van de gewijzigde eis primair gesteld dat sprake is van een onrechtmatige daad van [Handelsonderneming] en subsidiair dat [Handelsonderneming] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van een verbintenis.
Ter gelegenheid van het pleidooi heeft de advocaat van [Boomkwekerij] verklaard dat tussen nummer 3 en 4 dient te worden gelezen, ‘zowel primair als subsidiair’. De advocaat van [Handelsonderneming] heeft verklaard daar geen bezwaar tegen te hebben.