ECLI:NL:GHSHE:2014:2160
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- C.D.M. Lamers
- M.J. van Laarhoven
- J.H.H. Theuws
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake gebruiksvergoeding echtelijke woning na echtscheiding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door de man tegen een vonnis van de rechtbank Limburg, waarin hij werd veroordeeld tot het betalen van een gebruiksvergoeding voor de voormalige echtelijke woning. De partijen, die op 5 oktober 1979 in gemeenschap van goederen zijn gehuwd, zijn inmiddels gescheiden. De rechtbank had in haar vonnis van 10 april 2013 bepaald dat de man vanaf 1 december 2009 tot de maand van notariële levering van de woning aan een derde, maandelijks een bedrag van € 376,-- aan de vrouw moest betalen. De man is het niet eens met deze beslissing en heeft hoger beroep ingesteld, waarbij hij verschillende grieven heeft ingediend die betrekking hebben op de hoogte van de gebruiksvergoeding en de waardebepaling van de woning.
Het hof heeft de procedure in hoger beroep gevolgd en de relevante stukken van de eerste aanleg in overweging genomen. De man betwist de door de rechtbank gehanteerde waarde van de woning en stelt dat deze te hoog is vastgesteld. Hij verwijst naar de verkoopprijs van de woning die kort na het bestreden vonnis is gerealiseerd, en stelt dat deze als uitgangspunt voor de gebruiksvergoeding moet dienen. De vrouw daarentegen verdedigt de waarde zoals vastgesteld door de rechtbank en stelt dat de man zelf heeft ingestemd met de vraagprijs van de woning.
Het hof overweegt dat bij de vaststelling van de gebruiksvergoeding in beginsel uitgegaan dient te worden van de gemiddelde waarde van de woning gedurende de periode dat de man in de woning heeft verbleven. Het hof komt tot de conclusie dat de waarde van de woning moet worden vastgesteld op € 290.000,--, gebaseerd op een taxatierapport. De man wordt uiteindelijk veroordeeld tot het betalen van een bedrag van € 6.791,18 aan de vrouw, wat de gebruiksvergoeding voor de betreffende periode vertegenwoordigt. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij ieder van de partijen zijn eigen kosten draagt.