Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
gevestigd te [vestigingsplaats],
Chemetall GmbH,
gevestigd te [vestigingsplaats] (Duitsland),
Chemetall c.s.– als gedaagden en geïntimeerde in principaal appel – [geïntimeerde] – als eiseres.
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 96085/HA ZA 03-1102)
2.Het geding in hoger beroep
3.De gronden van het hoger beroep
4.De beoordeling
"Klachten") van de door Cetema B.V. gehanteerde algemene voorwaarden (prod. A18 bij inleidende dagvaarding) luidt, voor zover voor de beoordeling van belang:
dat de aflevering is geschied, dan wel, indien één en ander redelijkerwijs niet reeds bij aflevering kon worden ontdekt, uiterlijk op de achtste dag na de dag dat het gebrek is ontdekt, schriftelijk aan Cetema B.V. mede te delen.
"Klachten") van de door Chemetall N.V. gehanteerde algemene voorwaarden (prod. A17 bij inleidende dagvaarding) luidt:
"Aansprakelijkheid") van de algemene voorwaarden van Cetema B.V. en artikel 14 van de algemene voorwaarden van Chemetall N.V., welke artikelen nagenoeg gelijkluidend zijn, luiden:
is nimmer gehouden tot vergoeding van enige schade, hoe ook genaamd, welke onmiddellijk of middellijk voortvloeit uit annulering of niet nakoming van de overeenkomst, een vertraging, vergissing of fout bij de levering, het vervoer, het gebruik van het verkochte, onze adviezen betreffende het gebruik van het verkochte of de toepassing van onze procedés, met name ook niet voor enig verlies of enige winstderving van de koper zijnde onze aansprakelijkheid uitdrukkelijk beperkt tot levering van het verkochte en nakoming van de in artikel 12 genoemde garantieverplichtingen.
nog derden waarvan zij bij de uitvoering van de overeenkomst gebruik maakt - hierna te noemen "uitvoerders" - zijn jegens de koper aansprakelijk voor vergoeding van enige schade, direct of indirect, aan personen of goederen[zaken]
toegebracht door of in verband met de uitvoering van de overeenkomst, of door of in verband met de goederen[zaken]
of het gebruik daarvan.
of enige uitvoerder ondanks het vorenstaande jegens de koper aansprakelijk mocht zijn op grond van bepalingen van dwingend recht, is Cetema B.V.[Chemetall N.V.]
respectievelijk de uitvoerder, slechts aansprakelijk voor vergoeding van directe schade en niet voor vergoeding van indirecte schade, daaronder begrepen bedrijfsschade en gevolgschade, en is Cetema B.V.[Chemetall N.V.]
, respectievelijk die uitvoerder, evenmin aansprakelijk voor vergoeding van schade, voorzover die de prijs van de zaken te boven gaat."
de Glasfabrikanten.
primair: voor recht te verklaren dat Chemetall c.s. tekort zijn geschoten in de nakoming van de verplichting tot levering van deugdelijke (onberispelijke) kit (Nafotherm M82) voor isolerende dubbele beglazingen;
jegens Cetema B.V. c.s.
“aging test”had kunnen en moeten constateren dat er in elk geval in de ogen van [geïntimeerde] sprake was van een hechtingsgebrek (nr. 196 e.v. van de memorie van grieven).
“aging test”te doen op elke door Chemetall c.s. geleverde partij en bestond in elk geval vanaf 1994 (het jaar waarin volgens [geïntimeerde] de leveranties zijn begonnen die condensatieschade hebben veroorzaakt) voor [geïntimeerde] geen verplichting om door Chemetall c.s. geleverde partijen te onderzoeken.
vanzelfsprekend(cursivering hof) geen wijzigingen in het product optreden. Gelet op deze omstandigheden bestond er geen, in elk geval niet voldoende reden voor [geïntimeerde] om vóórdat de hoeveelheid klachten over condensvorming serieus toenamen, dus vanaf 1998, onderzoek te doen naar de kwaliteit van Naftotherm M82. In 1994 (het jaar waarin volgens [geïntimeerde] de leveranties zijn begonnen die condensatieschade hebben veroorzaakt) had het gebruik door [geïntimeerde] van de Naftotherm M82 immers geen, in elk geval niet voldoende, klachten opgeleverd die [geïntimeerde] aanleiding hadden moeten geven om de kwaliteit van Naftotherm M82 te onderzoeken of te laten onderzoeken. Chemetall c.s. hebben, met inachtneming van het bovenstaande, geen feiten of omstandigheden opgesomd op grond waarvan [geïntimeerde] gehouden zou zijn geweest om vóór 1998 onderzoek te doen naar de kwaliteit van Naftotherm M82 en evenmin is gesteld of gebleken dat bij [geïntimeerde] voor 1998 klachten zijn binnengekomen van afnemers van [geïntimeerde] die zodanig van aard waren dat [geïntimeerde] al voor 1998 onderzoek had moeten doen naar de vraag wat de oorzaak was van de condensvorming. Aldus gaat het hof ervan uit dat van [geïntimeerde] niet eerder dan vanaf 1998 mocht worden verwacht dat zij onderzoek zou doen naar de kwaliteit van Naftotherm M82 (zie hierboven 4.15 onder b, sub i).
- geplaatst vóór 1994: op 9 januari 1998 over twee aantallen en op 3 april 1998;
- geplaatst ná 1993: driemaal op 16 januari 1998 waarvan eenmaal over drie aantallen, tweemaal op 20 januari 1998, op 5 februari 1998 over 14 aantallen, op 6 februari 1998, op 12 februari 1998 over 3 aantallen, op 17 februari 1998, op 18 februari 1998, op 20 februari 1998 over twee aantallen, op 9 maart 1998 tweemaal waarvan eenmaal over twee aantallen, op 12 maart 1998, op 27 maart 1998, op 3 april 1998 twee maal, op 7 april driemaal, op 21 april twee maal, op 22 april over twee aantallen, op 27 april twee maal, op 12 mei 1998 en op 13 mei 1998.
door [geïntimeerde] en haar afnemersniet zijn gewijzigd. [geïntimeerde] betwist echter niet dat dergelijke wijzigingen
in het algemeenwél regelmatig plaatsvonden dan wel konden plaatsvinden, zodat het hof hiervan uitgaat.
in het algemeengeschikt was om te worden gebruikt als buitenvoegkit bij de productie van in Nederland te gebruiken isolerend dubbelglas, in de zin dat Naftotherm M82 haar hechtkracht en vochtwerende eigenschappen - na plaatsing in houten-, aluminium-, stalen- en kunststofkozijnen - tenminste 10 jaar zou behouden (tenminste wanneer (a) Naftotherm M82 door [geïntimeerde] juist werd verwerkt, (b) de afnemers van [geïntimeerde] het isolerend dubbelglas conform de norm NPR 3577 in de kozijnen plaatsten, en (c) de kozijnen met het isolerend dubbelglas vervolgens juist werden onderhouden).
cahiers des charges, wordt het verworpen. Het (gestelde) gegeven dat [geïntimeerde] tenminste mocht verwachten dat Naftotherm M82 voldeed aan voormelde specificaties, laat onverlet dat [geïntimeerde] daarnaast mocht verwachten dat Naftotherm M82 in het algemeen geschikt was om te worden gebruikt als buitenvoegkit (4.24.3). Dat Chemetall c.s. ter zake de geschiktheid van Naftotherm M82 geen garantie hebben verstrekt staat evenmin aan voormelde - op het burgerlijk wetboek (art. 7:17 BW) gebaseerde - verwachting in de weg.
‘Eigenschaften gelten nur insoweit als zugesichert, als wir die Zusicherung ausdrucklich und schriftlich erklart haben’) de verwachtingen van [geïntimeerde] heeft beperkt, hebben Chemetall c.s. dit verweer onvoldoende gemotiveerd. Mocht deze voorwaarde al gelden in de rechtsverhouding tussen [geïntimeerde] en
Chemetall GmbH, dan is hiermee niet (zonder meer) gegeven dat deze voorwaarde de verwachtingen van [geïntimeerde] beperkt in de rechtsverhouding tussen [geïntimeerde] en
Cetema B.V. c.s.
cahiers des chargeszou melden, en - nu de wijzigingen van Naftotherm M82 waarop [geïntimeerde] doelt (met name een verlaging van de polymeren en weekmakers en een verhoging van de vulmiddelen) niet leidden tot wijzigingen in de productspecificaties als vermeld op de
cahiers des charges- Chemetall c.s. deze wijzigingen niet behoefde te melden, wordt het verworpen.
cahiers des chargesmededeling aan [geïntimeerde] moesten doen (hetgeen [geïntimeerde] betwist), laat zulks onverlet dat de aanvullende werking van redelijkheid en billijkheid met zich brengt dat op Chemetall c.s. de plicht rustte [geïntimeerde] op de hoogte te stellen van wijzigingen in de samenstelling van Naftotherm M82 die (a) afbreuk deden of zouden kunnen doen aan de hechtkracht en/of vochtwerendheid, dan wel (b) Naftotherm M82 (mogelijk) onverenigbaar maakte met door [geïntimeerde] (bij de productie van haar isolerend dubbelglas) en/of haar afnemers (bij plaatsing van dit isolerend dubbelglas in een kozijn) gebruikte bestanddelen, waaronder de butylkit van Chemetal c.s.
cahiers des charges, maar een dergelijke afspraak is gesteld noch gebleken.
‘Eigenschaften gelten nur insoweit als zugesichert, als wir die Zusicherung ausdrucklich und schriftlich erklart haben’(artikel 6 sub d (aa)). In deze voorwaarde valt immers niet te lezen dat Chemetall GmbH ontslagen zou zijn van de verplichting wijzigingen in de samenstelling van Naftotherm M82 te melden. Bovendien geldt de voorwaarde zonder nadere toelichting die ontbreekt niet in de rechtsverhouding tussen [geïntimeerde] en Cetema B.V. c.s., tenminste niet zonder meer.
het algemeengeschikt was om te worden gebruikt als buitenvoegkit bij de productie van (deels) in Nederland te gebruiken isolerend dubbelglas, in de zin dat Naftotherm M82 haar hechtkracht en vochtwerende eigenschappen - na plaatsing in een houten-, aluminium-, stalen- of kunststofkozijn - tenminste 10 jaar zou behouden (tenminste wanneer (a) Naftotherm M82 door [geïntimeerde] juist werd verwerkt, (b) de afnemers van [geïntimeerde] het isolerend dubbelglas conform de norm NPR 3577 in de kozijnen plaatsten, en (c) de kozijnen met het isolerend dubbelglas vervolgens juist werden onderhouden);
second opinionuit te brengen naar aanleiding van de bevindingen van de deskundigen [deskundige 1] en [deskundige 2] en – in het verlengde daarvan – enige aanvullende vragen te beantwoorden.
gemotiveerdantwoord te geven op de volgende vragen:
- Bij ieder antwoord op een vraag door [deskundige 1] en [deskundige 2] graag ook betrekken de motivering van en aanvulling op dit antwoord in (i) andere delen van het voorlopige deskundigenbericht, en (ii) de verklaringen van de deskundigen als opgenomen in het proces-verbaal van de comparitie van 12 november 2010.
- Wanneer u de conclusies van [deskundige 1] en [deskundige 2] (grotendeels) deelt, kunt u - veronderstellenderwijs ervan uitgaande dat de Naftotherm M82 in de relevante periode (slechts) in circa 3-6% van de door de Glasfabrikanten geproduceerde isolerende dubbele beglazingen bovenmatige condensatieschade veroorzaakte terwijl de Naftotherm M82 bij andere glasproducenten in Nederland en Europa in diezelfde periode geen noemenswaardige condensatieschade veroorzaakte - hiervoor een verklaring geven?
het algemeengeschikt om te worden gebruikt als buitenvoegkit bij de productie van in Nederland te gebruiken isolerend dubbelglas, in de zin dat Naftotherm M82 haar hechtkracht en vochtwerende eigenschappen - na plaatsing in een houten-, aluminium-, stalen- of kunststofkozijn - tenminste 10 jaar zou behouden (tenminste wanneer (a) Naftotherm M82 door de producenten van het isolerend dubbelglas juist werd verwerkt, (b) de afnemers van deze producenten het isolerend dubbelglas conform de norm NPR 3577 in de kozijnen plaatsten, en (c) de kozijnen met het isolerend dubbelglas vervolgens juist werden onderhouden)?
- Mogelijke
- Zo het antwoord op vraag b (gedeeltelijk) negatief is, kunt u - veronderstellenderwijs ervan uitgaande dat de Naftotherm M82 in de relevante periode (slechts) in circa 3-6% van de door de Glasfabrikanten geproduceerde isolerende dubbele beglazingen bovenmatige condensatieschade veroorzaakte terwijl de Naftotherm M82 bij andere glasproducenten in Nederland en Europa in diezelfde periode geen noemenswaardige condensatieschade veroorzaakte - hiervoor een verklaring geven?
‘Water Durability of Adhesive Bonds between Glass and Polysulfide Sealants’) kunnen worden ontdekt vóórdat de (ongeschikte) Naftotherm M82 werd geleverd aan [geïntimeerde], en zo ja, was dit eenvoudig geweest?
‘Water durability of adhesive Bonds between glass and polysulfide sealants’) kunnen worden ontdekt vóórdat de (kwalitatief mindere) Naftotherm M82 werd geleverd aan [geïntimeerde], en zo ja, was dit eenvoudig geweest?
‘De uit de verkregen resultaten berekende polysulfide-gehaltes, geven een daling hiervan aan gedurende de periode van ’92 tot’98 (van 37.2% tot 24.3%) (..) Uit de door partijen aangereikte gegevens (2.5.3 en vertrouwelijke informatie) blijkt dat gedurende de periode 1990-2001 de samenstelling van Naftotherm M82 is gewijzigd. Het gehalte aan polysulfide polymeer daalde (..) Het polymeergehalte in Naftotherm M82 was na 1992 lager dan 30 gew.%’(respectievelijk p. 158, 159 en 187 deskundigenbericht).
‘Het percentage polymeren zit in de Naftotherm in ieder geval onder de 30’.
voordatde (gestelde) bovenmatige condensatieschade zich voordeed tot enkele jaren
nadatzich geen bovenmatige condensatieschade meer voordeed,
per jaarwordt weergegeven welk bedrag aan schadevergoeding in dat jaar in totaal door [geïntimeerde] (en/of hun verzekeringsmaatschappij(en)) aan derden is betaald als vergoeding vanwege condensatieschade aan door [geïntimeerde] geproduceerd isolerend dubbelglas.
het percentage(bovenmatige) condensatieschade was in verhouding tot de totale productie van dat jaar van isolerend dubbelglas waarin Naftotherm M82 was verwerkt (nota bene: naar het hof begrijpt bestaat de totale jaarproductie van Glaverbel c.s. en Arvah c.s. niet alleen uit door de hun Nederlandse productiebedrijven geproduceerde beglazingen maar ook uit de door hun Belgische productiebedrijven geproduceerde beglazingen die door Glaverbel c.s. en Arvah c.s. op de Nederlandse markt zijn verkocht);
alleproductiebedrijven van [geïntimeerde] gezamenlijk;
alleproductiebedrijven van [geïntimeerde] gezamenlijk;
per productiejaarvanaf 1994 tot en met 2001 (gemotiveerd) te stellen:
exact dezelfde samenstellingals de ieder jaar aan de Glasfabrikanten geleverde Naftotherm M82;
‘Naftotherm M82 VK Mengen Europa 1992-2000 un Schaden durch Kondensation’(prod. 10 conclusie van antwoord). In dit overzicht is in het aan het hof overgelegde procesdossier de kolom
‘Niederlande’en
‘Total’niet goed leesbaar. Het hof verzoekt Chemetall c.s. bij de te nemen memorie na deskundigenbericht een exemplaar van voormeld overzicht over te leggen, waarin deze kolommen wel goed leesbaar zijn.
Onze algemene verkoop- en leveringsvoorwaarden zijn gedeponeerd ter griffie van de Arrondissementsrechtbank ’s-Hertogenbosch d.d. 01-11-1991”(hierna: de depotverwijzing); dat in het kader van de markt waarop Chemetall c.s. en [geïntimeerde] opereerden het gebruikelijk is te werken met algemene voorwaarden (nr. 164 memorie van grieven; nr. 74 memorie van antwoord incidenteel appel) en dat ook betekenis toekomt aan andere stukken waarop wel uitdrukkelijk de algemene voorwaarden van Cetema B.V. en van Chemetall N.V. van toepassing werden verklaard (nr. 164 memorie van grieven p. 88; nr. 74 memorie van antwoord incidenteel appel). [geïntimeerde] heeft de vermelding van de mededeling op alle facturen betwist (nr. III.10 memorie van antwoord), en primair betoogd dat het enkele vermelden op facturen waar algemene voorwaarden zijn gedeponeerd onvoldoende is om toepasselijkheid ervan op lopende overeenkomsten en/of nieuwe overeenkomsten te bewerkstelligen. Hetzelfde geldt voor de door Chemetall c.s. overgelegde brieven (prod. H9 memorie van grieven) waarin de algemene voorwaarden van Cetema B.V. niet expliciet van toepassing zijn verklaard, en welke brieven geen van alle gericht zijn aan [geïntimeerde] en bovendien geen betrekking hadden op het kopen van Naftotherm M82 terwijl evenmin blijkt dat de aan de orde zijnde aanbiedingen hebben geleid tot een overeenkomst met [geïntimeerde] (nrs. III.12-13 memorie van antwoord). Hieruit blijkt veeleer - aldus [geïntimeerde] - dat indien Cetema B.V. de toepasselijkheid van algemene voorwaarden wenste, zij dit expliciet opnam in haar aanbod (nr. III.26 memorie van antwoord). Ter zake Naftotherm M82 heeft Cetema B.V. dit niet gedaan en kon derhalve door Cetema B.V. niet worden verwacht van [geïntimeerde] dat zij had moeten begrijpen dat Cetema B.V. alsnog de algemene voorwaarden van toepassing wilde verklaren op de levering van Naftotherm M82, aldus [geïntimeerde]. Chemetall c.s. hebben aangeboden alle facturen als door Cetema B.V. en Chemetall N.V. aan [geïntimeerde] gestuurd in het geding te brengen.
a – feiten en omstandigheden die de conclusie rechtvaardigen dat sprake is geweest van ter handstelling aan [geïntimeerde] van de algemene voorwaarden van Cetema B.V. op een zodanige wijze dat tezamen met de overige omstandigheden, waaronder de respectieve vermelding op facturen van Cetema B.V., deze algemene voorwaarden door [geïntimeerde] zijn aanvaard;
überhauptaan [geïntimeerde] zijn overhandigd, overweegt het hof, mede gezien hetgeen Chemetall c.s. overigens hebben betoogd, voorshands reeds als volgt.
Zonder duidelijke verwijzing naar algemene voorwaarden kon van [geïntimeerde] niet verwacht worden dat zij bezwaar zou maken zodat stilzwijgende aanvaarding van de algemene voorwaarden van Cetema B.V. niet aan de orde kan zijn.
Dit wordt niet anders vanwege het door Chemetall c.s. gestelde gebruik in de branche om te werken met algemene voorwaarden. Los van het feit dat tussen partijen in discussie is naar welke ‘branche’ moet worden gekeken (kitmarkt of dubbelglasbranche), betekent een dergelijk gebruik niet dat aldus dan ook gegeven is dat Cetema B.V. haar eigen algemene voorwaarden wenste te gebruiken of dat [geïntimeerde] dit zonder nadere verwijzing had moeten begrijpen.
P.S. In de bijlage treft u onze nieuwe verkoop-en leveringsvoorwaarden aan” niet op te vatten als een mededeling dat een verandering optrad, bestaande uit toepasselijkheid van de genoemde algemene voorwaarden op de koopovereenkomsten ter zake Naftotherm M82 waarop tot dan toe geen algemene voorwaarden van toepassing waren. Het feit dat vervolgens ook in de ogen van [geïntimeerde] Chemetall N.V. in beginsel wel adequaat op haar facturen vanaf eind oktober 1995 standaard vermeldde dat haar algemene voorwaarden toepasselijk waren, betekent in de gegeven omstandigheden evenmin dat Chemetall N.V. - zonder expliciete mededeling aan [geïntimeerde] dat zij (in afwijking van de voorheen geldende situatie) in de toekomst toepasselijkheid van haar algemene voorwaarden wenste - mocht aannemen dat [geïntimeerde] had begrepen dat voortaan anders dan voorheen wél algemene voorwaarden zouden gelden. Dit geldt temeer daar toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van Chemetall N.V. neerkwam op een verslechtering van de rechtspositie van [geïntimeerde] ten opzichte van de voorheen geldende situatie (tenminste in bepaalde gevallen), zodat Chemetall N.V. niet te snel ervanuit mocht gaan dat [geïntimeerde] dit wilde. In dit verband is nog van belang dat Chemetall c.s. niet hebben gesteld dat zij [geïntimeerde] als ‘tegenprestatie’ voor haar (gestelde) akkoord met de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden concreet bepaalde voordelen in het vooruitzicht hadden gesteld, zodat de over en weer te verlangen prestaties daarmee weer (min of meer) in evenwicht kwamen. Nu [geïntimeerde] evenmin had hoeven begrijpen dat Chemetall N.V. toepasselijkheid van de algemene voorwaarden wenste, geldt ook hier dat alsdan stilzwijgende aanvaarding niet aan de orde kan zijn.
De rechtbank heeft [geïntimeerde] in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de vraag of - zoals Chemetall c.s. hebben betoogd en in hoger beroep herhaald, onder overlegging van een uitdraai van de website van [geïntimeerde] (nr. 170 en prod. H11 memorie van grieven) vanwege het door [geïntimeerde] openbaar maken van haar jaarrekening - [geïntimeerde] een ‘grote onderneming‘ is ingevolge artikel 6:235 BW, in welk geval [geïntimeerde] jegens Chemetall N.V. en de door haar ingeroepen algemene voorwaarden geen beroep toekomt op de vernietigingsgronden als bedoeld in de artikelen 6:233 BW en 6:234 BW (r.o. 2.6.4 vonnis rechtbank 28 maart 2012 ). [geïntimeerde] heeft zich in hoger beroep over dit punt nader uitgelaten, met het standpunt dat zij geen grote onderneming is als bedoeld in artikel 6:235 BW (nr. III.44 memorie van antwoord), nu zij slechts 36 man personeel heeft, waarbij zij verwezen heeft naar een online uittreksel van de KvK van 4 april 2013 (prod. A.8 memorie van antwoord).
Het hof oordeelt als volgt. Het uittreksel van 4 april 2013 vermeldt inderdaad dat [geïntimeerde] op de uitgiftedatum van het uittreksel 36 werkzame personen kent. Aldus voldoet en voldeed [geïntimeerde] in 2013 niet aan het criterium van artikel 6:235 lid 1 onder b BW. Uit hetzelfde uittreksel blijkt echter tevens dat [geïntimeerde] in 2013 (en de jaren daarvoor, en wel tot 2011) voldeed aan het hoofdcriterium van artikel 6:235 lid 1 BW, namelijk aan onderdeel a. Dit omdat zij in 2011 een jaarrekening (betreffende 2010) heeft gepubliceerd. [geïntimeerde] heeft dan ook met overlegging van het uittreksel de stelling van Chemetall c.s. dat zij in de in deze relevante periode (1994-1998) voldeed aan artikel 6:235 lid 1 onderdeel a BW niet weersproken, noch anderszins betwist, maar zich beperkt tot het beroep op haar omvang qua personeel in 2013.
Het criterium van onderdeel b komt echter slechts aan de orde indien niet voldaan is aan het criterium van onderdeel a, hetgeen in deze door [geïntimeerde] niet is betwist. Aldus moet het er als vaststaand voor worden gehouden dat [geïntimeerde] in de relevante periode wel degelijk is aan te merken als grote onderneming als bedoeld in artikel 6:235 BW.
Overigens stelt het hof in dit verband vast dat [geïntimeerde] en Chemetall c.s. er klaarblijkelijk vanuit gaan dat afdeling 6.5.3. BW in deze in beginsel wel van toepassing is, ondanks artikel 6:247 lid 2 BW. Dit lijkt gezien het feit dat via de Nederlandse vestiging van Chemetall N.V. te Oss werd geleverd aan [geïntimeerde], als gevestigd in Nederland, overigens een correct uitgangspunt.
heeft in dit verband het navolgende aangevoerd, zowel in het kader van haar grief B (nrs. VII. 26. e.v) als in het kader van haar grief C (nrs. VII.31 e.v.).
de verkoop-en leveringsvoorwaarden zoals die U bekend zijn’. Uitgaande van toepasselijkheid van de voorwaarden leidt het enkele achterwege laten van een mogelijkheid tot kennisname aan een ‘grote onderneming’ als [geïntimeerde] - als in deze vaststaand - in ieder geval niet als zodanig al tot nietigheid of gedeeltelijke nietigheid van de voorwaarden waarop beroep wordt gedaan door Chemetall c.s., en evenmin tot onaanvaardbaarheid van het beroep van Chemetall c.s. op die algemene voorwaarden als bedoeld in artikel 6:248 lid 2 BW. Het door [geïntimeerde] bepleite standpunt zou immers leiden tot onverkorte (materiële) toepasselijkheid van de regels van artikel 6:234 BW ten behoeve van een grote onderneming in de zin van artikel 6:235 BW, hetgeen de wetgever niet heeft beoogd. Wel kan het ontbreken van een mogelijkheid van kennisname in beginsel meewegen bij de totale weging van het beroep op artikel 6:248 lid 2 BW, zij het dat de facturen van Chemetall N.V. in 1995 en later (prod. H18 memorie van antwoord inc. appel) wel melding maken van de plaats van depot van de algemene voorwaarden.
Overigens is de schade als zodanig nog niet bekend gemaakt, terwijl de omvang daarvan inmiddels wel bekend moet zijn en een rol kan vervullen bij de weging. [geïntimeerde] wordt uitgenodigd hiervan opgave te doen in hun memorie na deskundigenbericht teneinde toetsing aan artikel 6:248 lid 2 BW mede mogelijk te maken.
Voorts wordt de omvang van de aansprakelijkheid voor directe schade beperkt, nu Chemetall c.s. evenmin aansprakelijk zijn voor vergoeding van schade, voor zover die de prijs van de goederen (Cetema B.V.) of zaken (Chemetall N.V.) te boven gaat.
Voorshands begrijpt het hof uit de stellingen van partijen op dit punt (zie bijvoorbeeld nr. 4.10 conclusie na deskundigenbericht van [geïntimeerde] van 19 november 2008; nr. VII.3 pleitnotities [geïntimeerde] van 8 november 2009) dat het hierbij gaat over het totaalbedrag van de gefactureerde prijs van Naftotherm M82 over de betrokken periode (1994-1998), derhalve ook omvattend de prijs van aan [geïntimeerde] geleverde Naftotherm M82 die niet tot schadeclaims richting [geïntimeerde] heeft geleid. Derhalve ziet het beding klaarblijkelijk niet op een beperking per beschadigde ruit tot de prijs van het voor de vervaardiging van die ruit gebruikte Naftotherm M82.
Het hof verzoekt partijen zich hierover nader uit te laten in de memorie na deskundigenbericht, waarbij in ieder geval het totale bedrag van de leveranties van Naftotherm M82 door Chemetall c.s. aan [geïntimeerde] in de betrokken periode bij voorkeur door beide partijen gezamenlijk dan wel ieder voor zich zal moeten worden bekendgemaakt.