Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
€ 15.969 opgelegd, alsmede bij voornoemde beschikkingen een boete van € 8.030 opgelegd en een bedrag aan heffingsrente in rekening gebracht van € 1.308.
’s-Hertogenbosch. Tijdens dit onderzoek is de onderhavige zaak wederom gezamenlijk behandeld met de zaak met kenmerk 13/00566. Bij het nadere onderzoek zijn dezelfde personen namens partijen verschenen en gehoord als bij het initiële onderzoek ter zitting.
2.Feiten
7 november 2011 een rapport opgemaakt.
€ 2.691 en het beroep voor het overige ongegrond verklaard. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof. De Inspecteur heeft geen incidenteel hoger beroep ingesteld.
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
- Ik erken dat ik - achteraf beoordeeld - fouten in de loonadministratie heb gemaakt. In het systeem dat ik voor de loonadministratie gebruikte, bestond de mogelijkheid niet om de ter beschikkingstelling van de auto in de sfeer van de loonbelasting te betrekken.
- Belanghebbende valt geen opzet te verwijten. Ik heb de keuze om de bijtelling niet in de loonadministratie te verwerken niet met belanghebbende besproken. Belanghebbende wist niet beter dan dat de bijtelling (nog steeds) via de inkomstenbelasting moest geschieden.
- Ik ga akkoord met het vaststellen van de (totale) naheffingsaanslag op het bedrag van
- Ik ben van mening dat er wel degelijk sprake was van opzet, zowel bij de adviseur van belanghebbende als bij belanghebbende zelf. Het juist aangeven van het privégebruik van de auto was één van de speerpunten van de Belastingdienst in het jaar 2006. Er is veel voorlichting over gegeven. Ik kan mij geen “aangiftesysteem” voorstellen, waarin het niet mogelijk was het privégebruik via de loonbelasting te verantwoorden. Zowel de adviseur als belanghebbende moesten op de hoogte zijn van de vanaf 2006 geldende (wettelijke) regels. Wij hebben belanghebbende zelfs één jaar extra gegund: belanghebbende is in 2006 niet beboet, dit is pas vanaf 2007 gebeurd.
- Ik ga akkoord met het vaststellen van de (totale) naheffingsaanslag op het bedrag van
4.Gronden
31 december 2010 verminderen tot een ten bedrage van € 7.144, de uitspraak van de Inspecteur inzake de boetebeschikking alsmede de boetebeschikking vernietigen.
Belanghebbende heeft geen grieven aangevoerd tegen het in rekening brengen van heffingsrente. Het Hof gaat er dan ook vanuit dat belanghebbende er geen bezwaar tegen heeft dat de heffingsrente wordt berekend overeenkomstig hoofdstuk VA van de AWR.
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank, behoudens de beslissingen omtrent het griffierecht en de proceskosten;
- verklaart het tegen de uitspraken van de Inspecteur bij de Rechtbank ingestelde beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraken van de Inspecteur;
- vermindert de naheffingsaanslag tot een aanslag ten bedrage van € 7.144;
- gelast dat de Inspecteur de heffingsrentebeschikking dienovereenkomstig vermindert;
- vernietigt de boetebeschikking;
- gelast dat de Staat aan belanghebbende het door deze ter zake van de behandeling van het hoger beroep bij het Hof betaalde griffierecht ten bedrage van € 118 vergoedt;
- veroordeelt de Inspecteur in de kosten van het geding bij het Hof aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 608,75, en
- wijst de Staat aan als de rechtspersoon die de proceskosten moet vergoeden.
’s-Gravenhage. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen.