4.1Onder het hoofd “De achtergrond van het geschil” van het bestreden vonnis heeft de kantonrechter enige feiten vastgesteld waarvan hij bij de beoordeling van dit geschil is uitgegaan. Tegen die feiten is niet gegriefd, zodat het hof daarvan zal uitgaan. Voorts staan nog enkele andere feiten, als enerzijds gesteld en anderzijds niet betwist, tussen partijen vast. Het hof zal hierna een overzicht geven van de relevante feiten.
a. Bij overeenkomst van 25 maart 1983 (productie 7 conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie) komen de gemeente en Heksenberg overeen dat de gemeente in erfpacht uitgeeft aan Heksenberg, een voetbalvereniging, een gedeelte van het perceel kadastraal bekend gemeente Heerlen, sectie [sectieletter] nr. [sectienummer] (hierna “het terrein”) tegen een jaarlijkse canon van fl. 1,- voor een tijdvak van 30 jaar. Een verlengingsbepaling is niet opgenomen. De overeenkomst houdt verder in, voor zover van belang:
(…)
1. Deze overeenkomst wordt geacht niet bindend te zijn, indien de vereiste goedkeuringen van burgemeester en wethouders van Heerlen, de gemeenteraad van Heerlen en van de gedeputeerde staten van Limburg niet zouden worden verkregen.
(…)
11. Indien de gemeente de beschikking over het geheel of een gedeelte van het terrein (…) wenst te verkrijgen voordat de gefixeerde erfpachtstermijn is verlopen, heeft zij de bevoegdheid het erfpachtsrecht bij besluit van de gemeenteraad (…) te beëindigen zonder dat daartoe gerechtelijke tussenkomst nodig zal zijn. (…)”.
b. Bij besluit van 7 juni 1983 (productie 6 conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie) heeft de gemeenteraad van de gemeente besloten om met Heksenberg een overeenkomst aan te gaan waarbij de gemeente aan Heksenberg voor een tijdvak van 30 jaar het recht van erfpacht verleent op het terrein tegen een jaarlijkse canon van f 1,--. Een verlengingsbepaling is niet opgenomen. Het besluit houdt verder in, voor zover relevant:
(…)
9. indien de gemeente de beschikking over het geheel of een gedeelte van het terrein (…) wenst te verkrijgen voordat de gefixeerde erfpachtstermijn is verlopen, heeft zij de bevoegdheid het erfpachtsrecht bij besluit van de gemeenteraad (…) te beëindigen zonder dat daartoe gerechtelijke tussenkomst nodig zal zijn; (…)”.
c. Bij notariële akte van 26 juli 1983 (productie 1 dagvaarding in eerste aanleg) wordt het recht van erfpacht op het terrein gevestigd. In de akte is geen verlengingsbepaling opgenomen. De akte houdt in, voor zover relevant:
“(…)
De comparanten (…) verklaren dat deze uitgifte en aanvaarding in erfpacht geschied zijn
a. voor een tijdvak van dertig jaren, ingaande op heden en eindigende op vijf en twintig juli tweeduizend dertien;
b. tegen een canon van f. 1,-- (…) per jaar;
(…)
9. indien de Gemeente de beschikking over het geheel of een gedeelte van het terrein (…) wenst te verkrijgen voordat de gefixeerde erfpachtstermijn is verlopen, heeft zij de bevoegdheid het erfpachtsrecht bij besluit van de Gemeenteraad (…) te beëindigen zonder dat daartoe gerechtelijke tussenkomst nodig zal zijn; (…)”
d. Heksenberg heeft op het terrein voor eigen rekening en risico een sportaccommodatie opgericht. Onderdeel daarvan is een gebouw waarin zich onder meer een kantine bevindt. Heksenberg heeft voor de bouw van dit gebouw geld geleend van een bank onder verlening aan die bank van een recht van hypotheek op dit gebouw. Heksenberg heeft de lening nog niet volledig afgelost.
e. In maart 2011 is van de hand van de gemeente verschenen de nota “Herstructurering buitensportcomplexen in Heerlen. De toekomst voor de voetbalaccommodaties” (hierna “de nota”, overgelegd als productie 2 bij dagvaarding in eerste aanleg). De nota vermeldt dat de gemeente 13 voetbalaccommodaties (ook wel complexen genoemd) kent (par. 4.1). In par. 5.3 van de nota is vermeld dat 5 complexen zullen blijven, dat 5 complexen, waaronder het terrein waarop Heksenberg voetbalt, zullen worden afgestoten en dat de toekomst van 3 complexen onder invloed staat van externe ontwikkelingen gelegen buiten het voetbal waarop de gemeente deels wel en deels geen invloed heeft. Beoogd is dat Heksenberg haar activiteiten zal voortzetten op een ander complex.
f. Bij deurwaardersexploot van 26 april 2012 (productie 4 bij dagvaarding in eerste aanleg) heeft de gemeente Heksenberg het volgende, voor zover relevant, meegedeeld:
“(…)
Bij notariële akte van 26 juli 1983 is (…) voor een tijdvak van 30 jaar aan uw vereniging een gedeelte van een perceel grond (…) in erfpacht uitgegeven, (…)
Het betreffende zakelijke recht van erfpacht eindigt derhalve, zoals u bekend is, van rechtswege op 25 juli 2013 door verloop van de tijd waarvoor het recht is verleend. Deze kennisgeving dient - voor zoveel nodig - door uw vereniging te worden opgevat als een formele kennisgeving inhoudende dat de gemeente het recht van erfpacht per die datum als geëindigd beschouwd. (…)”.
g. Heksenberg heeft eind 2013 het terrein ontruimd en voetbalt thans op een ander terrein.
4.2.1Heksenberg heeft in eerste aanleg in conventie en na wijziging eis gevorderd, samengevat, een verklaring voor recht dat de erfpachtovereenkomst ten onrechte is opgezegd dan wel niet verlengd en veroordeling van de gemeente om de erfpachtovereenkomst te verlengen, met veroordeling van de gemeente in de kosten van het geding, met inbegrip van de nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het tijdstip dat de gemeente in verzuim is deze kosten te voldoen.
4.2.2De gemeente heeft in eerste aanleg in reconventie gevorderd, samengevat, een verklaring voor recht dat de overeenkomst van erfpacht en het recht van erfpacht van rechtswege eindigt op 25 juli 2013 met veroordeling van Heksenberg om het terrein te ontruimen uiterlijk op 26 juli 2013, met veroordeling van Heksenberg in de kosten van de procedure in conventie en reconventie met de bepaling dat Heksenberg de wettelijke rente over de proceskosten is verschuldigd indien zij deze niet binnen 14 dagen na de uitspraak heeft voldaan.
4.2.3De kantonrechter heeft bij vonnis waarvan beroep de vordering in conventie afgewezen en de vordering in reconventie toegewezen omdat, kort gezegd, de erfpachtovereenkomst van rechtswege eindigt op 25 juli 2013. Opzegging van het recht is niet nodig. Hij heeft verder geoordeeld dat de gemeente niet verplicht is om de overeenkomst en/of het recht van erfpacht te verlengen. Heksenberg is veroordeeld in de conventionele en reconventionele procedurekosten, gerezen aan de zijde van de gemeente.