Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
[woonplaats],
1.Ontstaan en loop van het geding
De Inspecteur heeft geen verweerschrift ingediend.
Gelijktijdig met de onderhavige zaak zijn de zaken van de echtgenoot van belanghebbende, bij het Hof bekend onder kenmerknummers 12/00630, 12/00631 en 12/00632, behandeld.
De Inspecteur heeft ter zitting een pleitnota met bijlage voorgedragen en overgelegd aan het Hof en aan de wederpartij. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen het overleggen van de bijlage, waarna deze door de Inspecteur is teruggenomen.
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
31 december 2004 juist vastgesteld voor de bepaling van het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen?
De Inspecteur is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.
€ 31.398, onder handhaving van het belastbaar inkomen uit werk en woning en vermindering van de in rekening gebrachte heffingsrente.
De Inspecteur concludeert tot ongegrondverklaring van het hoger beroep.
4.Gronden
nr. CPP2003/2040M, BNB 2004/175. Voorts merkt het Hof op dat in dat besluit uitdrukkelijk staat vermeld dat voor de waardering van verhuurde onroerende zaken voor box 3 niet aangesloten kan worden bij de WOZ-waardering van die onroerende zaken. Ook om die reden wekt het Besluit BNB 2004/175 geen vertrouwen dat een waardering op basis van de WOZ-waarden kan plaatsvinden.
5.Beslissing
- verklaarthet hoger beroep ongegrond;
- bevestigtde uitspraak van de Rechtbank.