Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 2494017 VV 13-114)
2.Het geding in hoger beroep
3.De gronden van het hoger beroep
4.De beoordeling
“Van een sollicitant naar een functie als teammanager mag worden verwacht dat zij, alvorens te solliciteren of haar belangstelling voor die functie kenbaar te maken, kennis neemt van de functieomschrijving. Met andere woorden: het kan [appellante] niet baten dat zij niet op de hoogte zou zijn geweest van de harde en zachte functie-eisen/competenties.”.In haar toelichting op deze grief heeft [appellante] gewezen op de ontvangsttheorie ex artikel 3:37 BW en de hoofdregel van het bewijsrecht ex artikel 150 Rv. Volgens [appellante] gaat het niet om de vraag of [appellante] bekend had kunnen zijn met het functieprofiel. Volgens [appellante] was het aan Elisabeth om ervoor zorg te dragen dat zij volledig was geïnformeerd en dat het aan Elisabeth is om dat aan te tonen, omdat Elisabeth heeft besloten tot een reorganisatie waardoor haar arbeidsplaats kwam te vervallen. Verder heeft [appellante] aangevoerd dat zij er niet mee bekend was dat aan zeven concrete competenties zou worden getoetst en dat bij [appellante] niet meer bekend was dan dat, in het kader van het derde criterium, enkel getoetst zou worden aan artikel 4.2.1. van het sociaal plan.
“Naar het oordeel van de kantonrechter was de plaatsingscommissie voldoende representatief samengesteld, ook met medewerkers die geen dagelijks contact hadden met [appellante].”.Volgens [appellante] heeft de beoordeling plaatsgevonden door drie tactisch managers, die kort daarna dagelijks met haar zouden moeten gaan samenwerken, en een HR-manager. Volgens [appellante] is daarom van een objectieve beoordeling geen sprake geweest.
“Ten onrechte heeft de kantonrechter in r.o. 3.6 overwogen: “Diezelfde jarenlange omgang stelde De Stichting ook in staat een inschatting te maken of [appellante] in staat zou zijn binnen een half jaar aan de gestelde functie-eisen/competenties te voldoen”.Volgens de toelichting op deze grief was Elisabeth op grond van het sociaal plan verplicht om haar als proef te plaatsen, althans kan de beslissing niet worden gebaseerd op een subjectieve inschatting van Elisabeth, maar diende dat op basis van objectieve criteria te gebeuren.