ECLI:NL:GHSHE:2014:1393

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
16 mei 2014
Publicatiedatum
16 mei 2014
Zaaknummer
20-002395-13
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot bedreiging via Facebook met voorwaardelijk opzet op leden van het Koninklijk Huis en de regering

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 16 mei 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte was eerder veroordeeld voor poging tot bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, waarbij hij een werkstraf van 60 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van een maand had gekregen. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die bevestiging van het eerdere vonnis heeft gevorderd. De verdediging heeft vrijspraak bepleit, en in het geval van een bewezenverklaring, dat een voorwaardelijke straf niet nodig zou zijn.

Het hof heeft de zaak onderzocht en is tot de conclusie gekomen dat de verdachte niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij het primair en subsidiair ten laste gelegde had begaan. Dit was gebaseerd op het feit dat de bedreigden niet op de hoogte waren geraakt van de bedreiging. Echter, het hof heeft wel vastgesteld dat de verdachte het meer subsidiair ten laste gelegde feit had gepleegd, namelijk het plaatsen van een bedreigende tekst op Facebook gericht aan leden van het Koninklijk Huis en de regering. Het hof oordeelde dat de tekst serieus kon worden genomen en dat deze bij de bedreigden de redelijke vrees kon opwekken voor hun leven.

De verdachte is vrijgesproken van de andere tenlasteleggingen, maar het hof heeft hem wel schuldig bevonden aan poging tot bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. Bij de strafoplegging heeft het hof rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn vrijwillige therapie en het feit dat hij niet eerder was veroordeeld. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen vervangende hechtenis. Het hof heeft de beslissing gegrond op de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer : 20-002395-13
Uitspraak : 16 mei 2014
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant van 19 juli 2013 in de strafzaak met parketnummer 01-845141-12 tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats], [adres].
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van poging tot bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 60 uren, subsidiair 30 dagen vervangende hechtenis, alsmede tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van een maand met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht ook als dit toezicht inhoudt het ondergaan van een arbeidsvaardighedentraining en een ambulante behandeling.
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zal bevestigen.
Door de verdediging is primair vrijspraak bepleit. Subsidiair, in geval van een bewezenverklaring, is bepleit dat een voorwaardelijke straf niet nodig is.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de eerste rechter.
Tenlastelegging
Aan verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - ten laste gelegd dat:
primair
hij op of omstreeks 17 april 2012 te Vlijmen, gemeente Heusden, in elk geval in Nederland, een of meer perso(o)n(en), te weten (onder meer) Hare Koninklijke Hoogheid Beatrix, Koningin der Nederlanden en/of kroonprins Willem Alexander en/of prinses Maxima en/of premier Mark Rutte en/of Geert Wilders, schriftelijk en onder een bepaalde voorwaarde heeft bedreigd met de dood, immers heeft hij opzettelijk dreigend een bericht op facebook geplaatst met de volgende tekst: “Mijn sympathie en empathie gaan uit naar alle high school shooters, Anders Breivik, Van der Vlis, Karst T en die man die zichzelf doodschoot voor het kabinet van Griekenland, ik zal in jullie voetstappen volgen en groots want deze wereld word geregeerd door sadisten en iedere leider is een dictator, iedereen denkt aan zichzelf waardoor aan vele word voorbij gegaan. Oke dan word er maar niet naar mij geluisterd jullie zullen de gevolgen merken. Beatrix moet dood Alexander en Maxima moeten dood Rutte moet dood Wilders moet dood heel die catshuis idioten moeten allemaal dood, occupy moet dood met vrede los je niks op we moeten bewapend tot de tanden daar in Denhaag de boel overhoop schieten. Misschien dat ze dan eens naar het volk gaan luisteren, De 1e kamer al die omhoog gevallen directeuren en bestuurders moeten dood bankiers moeten dood die gevoelsloze koudbloedige kklijers van het uwv en andere uitkeringsinstanties moeten dood. Iedereen die van een studiebeurs genoot en nu wel vind dat er op gekort kan worden en voor de boetes van langstudeerders zijn moeten dood.”, in elk geval woorden van soortgelijke aard en/of strekking;
subsidiair
hij op of omstreeks 17 april 2012 te Vlijmen, gemeente Heusden, in elk geval in Nederland, een of meer perso(o)n(en), te weten (onder meer) Hare Koninklijke Hoogheid Beatrix, Koningin der Nederlanden en/of kroonprins Willem Alexander en/of prinses Maxima en/of premier Mark Rutte en/of Geert Wilders, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft hij opzettelijk dreigend een bericht op facebook geplaatst met de volgende tekst: “Mijn sympathie en empathie gaan uit naar alle high school shooters, Anders Breivik, Van der Vlis, Karst T en die man die zichzelf doodschoot voor het kabinet van Griekenland, ik zal in jullie voetstappen volgen en groots want deze wereld word geregeerd door sadisten en iedere leider is een dictator, iedereen denkt aan zichzelf waardoor aan vele word voorbij gegaan. Oke dan word er maar niet naar mij geluisterd jullie zullen de gevolgen merken. Beatrix moet dood Alexander en Maxima moeten dood Rutte moet dood Wilders moet dood heel die catshuis idioten moeten allemaal dood, occupy moet dood met vrede los je niks op we moeten bewapend tot de tanden daar in Denhaag de boel overhoop schieten. Misschien dat ze dan eens naar het volk gaan luisteren, De 1e kamer al die omhoog gevallen directeuren en bestuurders moeten dood bankiers moeten dood die gevoelsloze koudbloedige kklijers van het uwv en andere uitkeringsinstanties moeten dood. Iedereen die van een studiebeurs genoot en nu wel vind dat er op gekort kan worden en voor de boetes van langstudeerders zijn moeten dood.”, in elk geval woorden van soortgelijke aard en/of strekking;
meer subsidiair
hij op of omstreeks 17 april 2012 te Vlijmen, gemeente Heusden, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een of meer perso(o)n(en), te weten (onder meer) Hare Koninklijke Hoogheid Beatrix, Koningin der Nederlanden en/of kroonprins Willem Alexander en/of prinses Maxima en/of premier Mark Rutte en/of Geert Wilders, te bedreigen met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, opzettelijk dreigend een bericht op facebook heeft geplaatst met de volgende tekst: “Mijn sympathie en empathie gaan uit naar alle high school shooters, Anders Breivik, Van der Vlis, Karst T en die man die zichzelf doodschoot voor het kabinet van Griekenland, ik zal in jullie voetstappen volgen en groots want deze wereld word geregeerd door sadisten en iedere leider is een dictator, iedereen denkt aan zichzelf waardoor aan vele word voorbij gegaan. Oke dan word er maar niet naar mij geluisterd jullie zullen de gevolgen merken. Beatrix moet dood Alexander en Maxima moeten dood Rutte moet dood Wilders moet dood heel die catshuis idioten moeten allemaal dood, occupy moet dood met vrede los je niks op we moeten bewapend tot de tanden daar in Denhaag de boel overhoop schieten. Misschien dat ze dan eens naar het volk gaan luisteren, De 1e kamer al die omhoog gevallen directeuren en bestuurders moeten dood bankiers moeten dood die gevoelsloze koudbloedige kklijers van het uwv en andere uitkeringsinstanties moeten dood. Iedereen die van een studiebeurs genoot en nu wel vind dat er op gekort kan worden en voor de boetes van langstudeerders zijn moeten dood.”, in elk geval woorden van soortgelijke aard en/of strekking, terwijl de uitvoering van dat misdrijf niet is voltooid.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten of omissies voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Het hof acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken. Immers is uit het onderzoek niet gebleken dat de bedreigden daadwerkelijk op de hoogte zijn geraakt van de bedreiging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het meer subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 17 april 2012 te Vlijmen, gemeente Heusden, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om personen, te weten Hare Koninklijke Hoogheid Beatrix, Koningin der Nederlanden en kroonprins Willem Alexander en prinses Maxima en premier Mark Rutte en Geert Wilders, te bedreigen met enig misdrijf tegen het leven gericht, opzettelijk dreigend een bericht op facebook heeft geplaatst met de volgende tekst: “Mijn sympathie en empathie gaan uit naar alle high school shooters, Anders Breivik, Van der Vlis, Karst T en die man die zichzelf doodschoot voor het kabinet van Griekenland, ik zal in jullie voetstappen volgen en groots want deze wereld word geregeerd door sadisten en iedere leider is een dictator, iedereen denkt aan zichzelf waardoor aan vele word voorbij gegaan. Oke dan word er maar niet naar mij geluisterd jullie zullen de gevolgen merken. Beatrix moet dood Alexander en Maxima moeten dood Rutte moet dood Wilders moet dood heel die catshuis idioten moeten allemaal dood, met vrede los je niks op we moeten bewapend tot de tanden daar in Denhaag de boel overhoop schieten. Misschien dat ze dan eens naar het volk gaan luisteren”, terwijl de uitvoering van dat misdrijf niet is voltooid.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Door het hof gebruikte bewijsmiddelen
Indien tegen dit verkort arrest beroep in cassatie wordt ingesteld, worden de door het hof gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het verkort arrest. Deze aanvulling wordt dan aan het verkort arrest gehecht.
Bijzondere overwegingen omtrent het bewijs
De beslissing dat het bewezen verklaarde door de verdachte is begaan berust op de
feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd.
Elk bewijsmiddel wordt - ook in zijn onderdelen - slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het, blijkens zijn inhoud, betrekking heeft.
Door de verdediging is vrijspraak bepleit. Daartoe heeft de verdediging aangevoerd dat duidelijk is dat de tekst niet letterlijk moet worden genomen en slechts als hyperbool, als overdrijving moet worden opgevat. Verdachte zou slechts zijn frustraties hebben geuit.
Voorts bestond bij verdachte niet het opzet, ook niet in voorwaardelijke zin, om bij personen de redelijke vrees te laten ontstaan dat zij van het leven zouden worden beroofd. Facebook is daarvoor ook geen probaat middel.
Het hof overweegt als volgt.
Voor een veroordeling ter zake van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht is vereist dat de bedreiging van dien aard is en onder zodanige omstandigheden is geschied dat bij de bedreigde de redelijke vrees kon ontstaan dat hij het leven zou kunnen verliezen.
Het hof is anders dan de verdediging van oordeel dat de tekst die verdachte op Facebook heeft geplaatst wel degelijk als serieus kan worden aangemerkt. Het hof neemt in dit verband in het bijzonder in aanmerking dat verdachte schrijft sympathie en empathie te hebben voor high school shooters, Breivik, Van der Vlis en Karst T en dat hij in hun voetstappen zal volgen. Verdachte refereert aldus aan personen die hun bedreigingen daadwerkelijk hebben uitgevoerd en maakt kenbaar dat hij hen daarin zal volgen. Wanneer de bedreigde personen kennis zouden hebben genomen van de tekst, kan bij hen de redelijke vrees ontstaan dat verdachte, die hen volkomen onbekend is, uitvoering zal willen geven aan zijn bedreigingen. Ook uit de teksten die verdachte nadien op Facebook plaatste, als vervolg op de bewezen verklaarde tekst, kan niet worden afgeleid dat de in de bewezenverklaring opgenomen tekst niet serieus kan worden genomen.
Gelet op het voorgaande is het hof van oordeel dat de door de verdachte op Facebook geplaatste tekst van dien aard is en onder zodanige omstandigheden is geschied, dat deze bij de in de bewezenverklaring genoemde personen de redelijke vrees kon opwekken dat zij het leven zouden kunnen verliezen.
Verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat hij ongeveer 158 vrienden op Facebook heeft. Deze personen hebben kennis kunnen nemen van de inhoud van de tekst. Tevens is uit onderzoek gebleken dat ten tijde van het ten laste gelegde het Facebook-profiel van verdachte openbaar was. Dit brengt met zich mee dat een ieder die een Facebook-profiel heeft ook kennis heeft kunnen nemen van de tekst.
Verdachte heeft, door het plaatsen van de in de tenlastelegging vermelde tekst op Facebook, welke tekst door een grote groep mensen gelezen kon worden, bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat deze tekst op enig moment ter kennis kon komen van de bedreigden, bijvoorbeeld via melding door een lezer van de inhoud van de tekst aan de politie. Anders dan de verdediging heeft betoogd acht het hof Facebook in dit geval een deugdelijk middel om te bedreigen.
Het hof verwerpt het verweer van de raadsman op alle onderdelen.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het meer subsidiair bewezen verklaarde levert op:
Poging tot bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid het feit uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Op te leggen straf of maatregel
De verdediging heeft bepleit aan verdachte geen voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden op te leggen. Daartoe heeft de verdediging aangevoerd dat verdachte zelf al op vrijwillige basis hulp heeft gezocht.
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan poging tot bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. Verdachte heeft gepoogd leden van het Koninklijk Huis en leden van het parlement/ regering met de dood te bedreigen door het plaatsen van een bedreigende tekst op Facebook. Dit is een ernstig feit.
Ten voordele van verdachte houdt het hof rekening met het uittreksel Justitiële Documentatie verdachte betreffend d.d. 12 maart 2014, waaruit blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld.
Voorts heeft het hof acht geslagen op verdachtes recente persoonlijke ontwikkelingen. Hij is gestopt met het gebruik van middelen en is op vrijwillige basis therapie gaan volgen. Daarnaast houdt het hof rekening met de omstandigheid dat uit het psychologisch rapport van J.H.A.M. Koolen, d.d. 18 juni 2012, is gebleken dat verdachte enigszins verminderd toerekingsvatbaar is. Het hof acht derhalve geen termen aanwezig om een voorwaardelijke straf op te leggen.
Alles in overweging nemende is het hof van oordeel dat kan worden volstaan met oplegging van een taakstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen vervangende hechtenis.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 9, 22c, 22d, 45, 57 en 285 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het meer subsidiair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
60 (zestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
30 (dertig) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Aldus gewezen door:
mr. M.J.H.J. de Vries-Leemans, voorzitter,
mr. F.P.E. Wiemans en mr. T.A. de Roos, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. drs. M.M. Spooren, griffier,
en op 16 mei 2014 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. F.P.E. Wiemans is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.