Vervolgens dient nog te worden beoordeeld of, zoals de curator stelt, [geïntimeerde] vanwege bovengenoemde gang van zaken aansprakelijk is voor schade ad
€ 80.000,-- uit hoofde van een door haar gepleegde onrechtmatige daad. Zoals al overwogen, stelt de curator dat het onrechtmatig handelen van [geïntimeerde] daarin bestond, dat zij verhaal door schuldeisers heeft gefrustreerd. Nog daargelaten de vraag of en in hoeverre het frustreren van verhaal van enkele schuldeisers tot schade voor de gezamenlijke crediteuren van Lexin Holding zou leiden, geldt het volgende. Tegen de achtergrond van de hierboven in 4.8.1. beschreven gang van zaken en het gemotiveerde verweer van [geïntimeerde], had het op de weg van de curator gelegen om met concrete feiten en omstandigheden te onderbouwen, dat de gezamenlijke crediteuren van Lexin Holding schade hebben geleden doordat in de periode tussen 16 maart 2009 en 31 maart respectievelijk 1 april 2009 een bedrag van twee maal € 40.000,-- op de rekening van [geïntimeerde] stond, in plaats van op de rekening van Lexin Holding. De curator heeft nagelaten de bedoelde onderbouwing te geven.
De curator verwijst concreet slechts naar een tevergeefse poging van [investeerder 2] c.s. om op 2 april 2009 conservatoir derdenbeslag op de rekening van Lexin Holding te leggen. Op dat moment had [geïntimeerde] de twee bedragen van € 40.000,-- al terugbetaald aan Lexin Holding. Dat het beslag op 2 april 2009 geen doel trof, was dus geen gevolg van het feit dat er tussen 16 maart 2009 en 1 april 2009 ten onrechte twee bedragen van € 40.000,-- op de rekening van [geïntimeerde] stonden in plaats van op de rekening van Lexin Holding.
Voorts stelt de curator (memorie van grieven nr. 17) slechts dat er veel meer schuldeisers waren aan wie “in de bedoelde periode” niets is betaald, onder verwijzing naar de crediteurenlijst van onder meer Lexin Holding. Ten eerste is niet duidelijk, of de periode waarnaar de curator verwijst, wel de bewuste periode tussen 16 maart 2009 en 1 april 2009 omvat. Daarnaast is het niet betalen aan schuldeisers iets anders dan het gestelde mislukte verhaal door schuldeisers. Alleen al daarom vormt genoemde verwijzing een onvoldoende onderbouwing van de stellingen van de curator. Bovendien is deze ongespecificeerde verwijzing naar een uitgebreide crediteurenlijst te algemeen om te kunnen concluderen dat er crediteuren zijn geweest die in de periode tussen 16 maart 2009 en 1 april 2009 tevergeefs hebben geprobeerd verhaal te halen op de rekening van Lexin Holding.
Het gebrek aan onderbouwing door de curator klemt te meer, omdat de curator in de akte van 26 januari 2011 (p. 5) naar aanleiding van de overboekingen van in totaal € 155.000,-- heeft gesteld, dat uiteindelijk de gezamenlijke crediteuren van Lexin Holding voor € 75.000,-- zijn benadeeld. (Uit de overige inhoud van de akte blijkt, dat de curator daarmee doelt op het hierna te behandelen bedrag van € 75.000,--).
Gelet op al het voorgaande, heeft de curator de gestelde schade van € 80.000,-- niet, althans onvoldoende, onderbouwd en wordt aan bewijslevering op dit punt niet toegekomen.