Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellant 1],wonende te [woonplaats],
[Investments] Investments N.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] (België),
[appellant 2],wonende te [woonplaats],
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 160418/HAZA 07-1201)
2.Het geding in hoger beroep
3.De gronden van het hoger beroep
4.De beoordeling
Tijdens het door u genoemde boekenonderzoek is echter geen administratie in beslag genomen”. De brief van 22 september 2005 ziet enkel op uitstel van indiening van de aangifte vennootschapsbelasting 2002. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, kan ook die brief niet dienen ter onderbouwing van de stelling van appellanten. Tot slot bevatten de processen-verbaal van aangifte enkel stellingen van [appellant 1] die appellanten ook in de onderhavige procedure hebben verwoord. Tegen de achtergrond van het hiervoor in 4.5.2 gestelde leveren de processen-verbaal geen voldoende onderbouwing van de gestelde inbeslagname op.
De onderneming was louter op handelskrediet gefinancierd’. Het hof overweegt dat in die situatie de niet betaling door één of meerdere debiteuren risico op kan leveren voor de levensvatbaarheid van de onderneming. Het is niet aannemelijk geworden dat appellanten maatregelen hadden genomen om dit risico te beperken. Appellanten voeren hiertoe geen concrete stellingen aan. Zij voeren juist aan dat de niet-betaling door één debiteur (de Belastingdienst) ertoe leidde dat onmogelijk zekerheid gesteld kon worden aan de aanvrager van het faillissement. Daar komt verder bij dat het maar zeer de vraag is hoe terecht de vorderingen op de debiteuren waren nu volgens appellanten (antwoordakte 13 april 2001 onder 27) [Investments] als pandhouder slechts ongeveer 3% (€ 7.500 op een bedrag van € 255.796,=) van de totale uitstaande vorderingen heeft weten te incasseren.
5.De uitspraak
€ 1.788,= aan salaris advocaat, te vermeerderen met de wettelijke rente van art. 6:119 BW daarover vanaf veertien dagen na betekening van dit arrest en verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.