Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5 Het verloop van de procedure
6.De gronden van het hoger beroep
7.De beoordeling
- dat zij bindend advies zullen vragen aan onafhankelijke deskundigen over de klachten van [appellante] over het toilet en de verwarming;
- dat zij zich zullen neerleggen bij dat advies;
- dat, wanneer de klachten van [appellante] terecht zijn, Zo Wonen de klachten zal verhelpen overeenkomstig het advies en dat in dat geval de kosten van het bindend advies en de kosten van het verhelpen van de gebreken voor rekening van Zo Wonen zijn;
- dat in geval de klachten van [appellante] onterecht zijn, [appellante] de kosten van het bindend advies voor haar rekening zal nemen en zij zich bij het advies zal neerleggen;
- dat de advocaten van partijen in onderling overleg één of meer deskundigen aanzoeken.
- Voorts hebben partijen het volgende verklaard:
- Zo Wonen zegt toe dat zij een grondig onderzoek zal gaan instellen naar de klachten van [appellante] over haar buren;
- [appellante] zal Zo Wonen alle door haar verzamelde en te verzamelen informatie verstrekken die daarop betrekking heeft;
- Zo Wonen zal een plan van aanpak aan [appellante] verstrekken, uiterlijk binnen veertien dagen na de dag van de comparitie;
- zodra Zo Wonen een bespreking over het onderwerp met de buren van [appellante] plant, zal Zo Wonen [appellante] daarover informeren;
- Zo Wonen zal een afspraak maken met [appellante] om op 1 april 2011 te bespreken wat de verdere gang van zaken zal zijn met betrekking tot die klachten, mits de gezondheidstoestand van [appellante] dat op dat moment toelaat;
- op 1 mei 2011 zal in aanwezigheid van beide advocaten een evaluatie plaatsvinden; dan zal aan de orde komen of de uitkomst van het onderzoek aanleiding is voor [appellante] om het hoger beroep in te trekken.
“dat er nog steeds een zeker spanningsveld merkbaar is. Voorbeelden hiervan zijn dat sommige tuinbeplanting bij tijd en wijle nog altijd vergiftigd wordt en er selectieve keuzes worden gemaakt in het al dan niet gebruik van een bepaalde steeg.”. Voorts twijfelt het hof aan de representativiteit van het onderzoek, omdat slechts twee van de acht omwonenden zijn verschenen op die bijeenkomst en uit de door [appellante] overgelegde verklaring van [getuige] (productie 20 mvg) blijkt dat zij niet is verschenen uit angst voor represailles door de familie [buur 2.].