8.4.1. Iets anders is dat de eigenaar van de beschadigde auto niet was gewaarschuwd dat hij zijn auto daar niet moest parkeren dan wel zijn reeds geparkeerde auto moest weghalen, noch dat op een andere manier (bijvoorbeeld met waarschuwingslinten) de gebruikers van het parkeerterrein in het algemeen waren gewaarschuwd. [Verzekeringen] verwijt [appellant] dat hij als opdrachtgever geen voorzorgsmaatregelen heeft genomen, die een schade als de onderhavige hadden kunnen voorkomen. Dergelijke voorzorgsmaatregelen waren eenvoudig te treffen, aldus [Verzekeringen].
8.4.2. [appellant] heeft hiertegen ingebracht dat hij met [houthakker A.] en [houthakker B.] had afgesproken dat zij “de buren” zouden waarschuwen. Los van het feit dat [houthakker A.] en [houthakker B.] deze afspraak betwisten, staat in ieder geval vast dat de buren niet gewaarschuwd zijn.
Het omzagen van een 20 meter hoge populier is een gevaarzettende bezigheid. Weliswaar staat vast dat de boom door een onverwachte windvlaag de verkeerde kant op is gevallen, maar bij het zagen van bomen zal altijd de nodige voorzichtigheid in acht moeten worden genomen, zeker als het waait. Het staat vast dat het in ieder geval tijdens de zaagwerkzaamheden harder is gaan waaien. Eveneens staat vast dat [appellant] – die volgens zijn eigen verklaring aan [expertise- en schadeonderzoekbureau] die dag aanwezig was - aan [houthakker A.] en [houthakker B.] heeft gevraagd of het niet te hard waaide.
Het hof is van oordeel dat de maatschappelijke zorgvuldigheid meebrengt dat er in een geval als dit een waarschuwingsplicht bestond voor [appellant] als eigenaar van de boom en opdrachtgever van [houthakker A.] en [houthakker B.] in verband met de mogelijke beschadiging van eigendommen van “de buren”. [appellant] was verantwoordelijk voor het feit dat er gewaarschuwd moest worden. De vraag of in hun onderlinge afspraak [appellant] of [houthakker A.] en [houthakker B.] deze taak op zich zou nemen, is een kwestie die tussen hen speelt, en die de buren niet regardeert.
8.4.3. Daarnaast heeft [appellant] aangevoerd dat “de buren” in kwestie Landal Greenparks was, een complex met 350 voor de verhuur bestemde huisjes. De bewoners daarvan – en mogelijk hun bezoekers - parkeerden op het parkeerterrein naast de om te zagen bomen. Het waarschuwen van al deze betrokkenen zou een hele operatie worden, die niet in korte tijd gereed zou zijn, nog los van de vraag of alle bewoners van de huisjes überhaupt wel bereikt zouden kunnen worden. Een dergelijke waarschuwing zou dagen tevoren al uit hebben moeten gaan, hetgeen [appellant] ook niet kon doen omdat hij niet wist wanneer [houthakker A.] en [houthakker B.] zouden komen, aldus nog steeds [appellant].
8.4.4. Dat dit misschien logistiek onhandig was (in verband met het aantal huisjes op Landal Greenparks en de onzekerheid bij [appellant] over de datum van de werkzaamheden), zoals [appellant] stelt, ontslaat hem niet van zijn waarschuwingsplicht. Als iemand een situatie in het leven roept welke voor anderen bij niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid gevaarlijk is, kan aan hem de eis kan worden gesteld dat hij rekening houdt met de mogelijkheid dat die oplettendheid en voorzichtigheid niet zullen worden betracht en dat hij met het oog daarop bepaalde veiligheidsmaatregelen treft. Daarbij dient te worden gelet niet alleen op de mate van waarschijnlijkheid waarmee de niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid kan worden verwacht, maar ook op de hoegrootheid van de kans dat daaruit ongevallen ontstaan, op de ernst die de gevolgen daarvan kunnen hebben, en op de mate van bezwaarlijkheid van te nemen veiligheidsmaatregelen.
In het onderhavige geval was in het geheel geen waarschuwing uitgegaan, niet tevoren en ook niet toen het meer ging waaien. Als [appellant] de werkzaamheden strakker met [houthakker A.] en [houthakker B.] zou hebben gepland (waarvan gesteld noch gebleken is dat dit niet mogelijk zou zijn geweest), was het logistieke probleem van het tevoren waarschuwen van de buren niet of nauwelijks aanwezig geweest. Van de eigenaar van een reeds op het parkeerterrein geparkeerde – en later door de omvallende boom getroffen - auto kon in dit geval geen enkele oplettendheid of voorzichtigheid verwacht worden, nu deze niet tevoren was gewaarschuwd dat in de buurt van zijn auto boomzaagwerkzaamheden zouden worden uitgevoerd. Hetzelfde geldt m.m. voor een gebruiker van het parkeerterrein die zou zijn gearriveerd toen de zaagwerkzaamheden in volle gang waren, nu gesteld noch gebleken is dat die werkzaamheden vanaf het parkeerterrein konden worden gezien dan wel dat vanaf die plaats de gevaarlijkheid voor geparkeerde auto’s kon worden ingeschat.
8.4.5. Voor de verantwoordelijkheid van [appellant] speelt de kwestie van (al dan niet) de professionaliteit en deskundigheid van [houthakker A.] en [houthakker B.] wel een rol. Zoals het hof reeds overwoog was het op zichzelf niet onzorgvuldig van [appellant] om [houthakker A.] en [houthakker B.] in te schakelen, maar het feit dat zij geen professionele boomverzorgers waren, maakt dat de verantwoordelijkheid voor het waarschuwen van de buren meer op [appellant] rustte, dan wellicht het geval zou zijn bij het inschakelen van een professioneel bedrijf. Nu [appellant] heeft gekozen om met [houthakker A.] en [houthakker B.] in zee te gaan, hield hij de eindverantwoordelijkheid voor alles wat met het omzagen van de boom (bomen) te maken had, inclusief de daarbij behorende waarschuwingsplicht. Nu vaststaat dat [appellant] zich niet van deze waarschuwingsplicht heeft gekweten, heeft [appellant] aldus onrechtmatig gehandeld jegens die eigenaar.
8.4.6. Nu het gevaar waarvoor [appellant] had behoren te waarschuwen zich heeft gerealiseerd en – bij gebreke van aanwijzingen voor het tegendeel – een causaal verband tussen het ontbreken van een waarschuwing en de schade mag worden aangenomen, is [appellant] voor het gehele schadebedrag aansprakelijk jegens de eigenaar van de door de omgevallen boom getroffen auto. [Verzekeringen] heeft een deel van de schade op [houthakker A.] en [houthakker B.] verhaald in het kader van een met dezen getroffen schikking. Dit stond [Verzekeringen] vrij. Een grond om het vonnis om die reden te vernietigen, is er niet nu het, indien naast [appellant] ook [houthakker A.] en [houthakker B.] voor dezelfde schade aansprakelijk kunnen worden gesteld, gaat om een hoofdelijke aansprakelijkheid.