ECLI:NL:GHSHE:2013:BY8192

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
8 januari 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
HD 200.082.519 E
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van dagvaarding en kostenveroordeling in hoger beroep

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep waarin de appellant, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.H.A.M. Hanssen, de geintimeerden [geintimeerde sub 1.] en [geintimeerde sub 2.] heeft opgeroepen. De zaak is een voortzetting van een eerder tussenarrest van 1 mei 2012, waarin het hof constateerde dat de dagvaarding aan de geintimeerden een gebrek vertoonde, waardoor deze nietig was. Dit gebrek was niet hersteld door een herstelexploot van 8 april 2011. Het hof oordeelde dat het niet aannemelijk was dat de geintimeerden de dagvaarding niet hadden ontvangen, ondanks het gebrek. Daarom werd een nieuwe roldatum bepaald en moest de appellant de dagvaarding opnieuw aan de geintimeerden aanzeggen met herstel van het gebrek.

Op 3 augustus 2012 heeft de appellant de geintimeerden opnieuw opgeroepen, maar wederom zijn zij niet verschenen, waarop verstek werd verleend. De appellant heeft de gedingstukken overgelegd en verzocht om uitspraak. Het hof oordeelde dat de oproeping van 3 augustus 2012 geen herstel van het eerder vastgestelde gebrek bevatte. De dagvaarding van 28 januari 2011 werd daarom nietig verklaard.

In de uitspraak verklaarde het hof de dagvaarding in het geding tussen de appellant en de geintimeerden nietig en veroordeelde de appellant in de kosten van het geding in hoger beroep, die aan de zijde van de geintimeerden op nihil werden bepaald. Dit arrest is uitgesproken in het openbaar op 8 januari 2013 door de rolraadsheer.

Uitspraak

GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH
Afdeling civiel recht
zaaknummer HD 200.082.519/01
arrest van 8 januari 2013
in de zaak van
[Appellant],
wonende te [woonplaats],
appellante,
advocaat: mr. J.H.A.M. Hanssen,
tegen:
1. [Geintimeerde sub 1.],
wonende te [woonplaats], [woonadres A.],
2. [Geintimeerde sub 2.],
wonende te [woonplaats], [woonadres A.],
geïntimeerden,
beiden in hoger beroep niet verschenen,
als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 1 mei 2012 in het hoger beroep van de door de rechtbank ’s-Hertogenbosch onder rolnummer 163099/HA ZA 07-1624 gewezen vonnissen van 24 september 2008 en 3 november.
Het hof zal de nummering van het tussenarrest voortzetten.
6. Het tussenarrest van 1 mei 2011
In genoemd tussenarrest heeft het hof in rechtsoverweging 4.3. geconstateerd dat de aan [geintimeerde sub 1.] en [geintimeerde sub 2.] betekende dagvaarding een gebrek bevatte waardoor deze nietig was, en dat dat gebrek niet is hersteld door het herstelexploot van 8 april 2011. Omdat het hof het niet aannemelijk achtte dat het exploot van dagvaarding [geintimeerde sub 1.] en [geintimeerde sub 2.] als gevolg van dit gebrek niet had bereikt heeft het hof een nieuwe roldatum bepaald en tevens bepaald dat deze door [appellant] bij exploot aan [geintimeerde sub 1.] en [geintimeerde sub 2.] moest worden aangezegd met herstel van eerder genoemd gebrek. Het hof heeft in deze zaak verdere behandeling aangehouden.
7. Het verdere procesverloop
Bij dagvaarding van 3 augustus 2012 heeft [appellant] [geintimeerde sub 1.] en [geintimeerde sub 2.] opnieuw opgeroepen. [geintimeerde sub 1.] en [geintimeerde sub 2.] zijn opnieuw niet verschenen; aan hen is verstek verleend. [appellant] heeft de gedingstukken overgelegd en uitspraak gevraagd.
8. De verdere beoordeling
De oproeping van 3 augustus 2012 bevat geen herstel van het door het hof in het tussenarrest vastgestelde gebrek. De dagvaarding van 28 januari 2011 zal thans nietig worden verklaard. [appellant] zal in de kosten van het geding worden veroordeeld.
5. De uitspraak
Het hof:
verklaart de dagvaarding in het geding tussen [appellant] en [geintimeerde sub 1.] en [geintimeerde sub 2.] nietig;
veroordeelt [appellant] in de kosten van het geding in hoger beroep, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [geintimeerde sub 1.] en [geintimeerde sub 2.] bepaald op nihil.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.Th. Begheyn, Th.C.M. Hendriks-Jansen en S. Riemens en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 8 januari 2013.