Uitspraak
datum beslissing 3 oktober 2013
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 3 oktober 2013 uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van [verzoeker] tegen de rechters Mertens en Bijleveld. Het wrakingsverzoek werd mondeling ingediend tijdens de zitting op 19 september 2013, waarbij [verzoeker] werd vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. M.J.A.M. Tonnaer. [verzoeker] stelde dat de rechters vooringenomen waren en twijfels bestonden over hun onpartijdigheid. Hij voerde aan dat de vragen die aan de partijen werden gesteld, en de behandeling van de zaak, niet objectief waren en dat er sprake was van een schending van de regels van bewijs- en procesrecht. Tevens werd gesteld dat de voorzitter van het bestuur van het gerechtshof mogelijk invloed had uitgeoefend op de rechters.
De wrakingskamer heeft het verzoek beoordeeld en geconcludeerd dat de door [verzoeker] aangevoerde feiten en omstandigheden niet voldoende waren om aan te nemen dat er sprake was van partijdigheid of de schijn daarvan. De wrakingskamer oordeelde dat de rechters Mertens en Bijleveld zich correct hadden gedragen tijdens de zittingen en dat er geen uitzonderlijke omstandigheden waren die de vrees voor vooringenomenheid konden rechtvaardigen. Het verzoek tot wraking werd deels niet-ontvankelijk verklaard en voor het overige afgewezen. De procedures in de hoofdzaak werden voortgezet in de stand waarin zij zich bevonden ten tijde van het wrakingsverzoek.