Uitspraak
GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH
datum beslissing 2 oktober 2013
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 2 oktober 2013 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van Reaal Schadeverzekeringen N.V. tegen de behandelende kamer, bestaande uit mrs. P.M.A. de Groot-van Dijken, P.M. Huijbers-Koopman en P. Gründemann. Het wrakingsverzoek werd ingediend door mr. K. Baetsen op 14 augustus 2013, naar aanleiding van een tussenarrest van 30 juli 2013, waarin Reaal meende dat de leden van de behandelende kamer vooringenomenheid vertoonden. Reaal stelde dat de rechters sturend optraden en de belangen van de tegenpartij, [belanghebbende], bevoordeelden.
De wrakingskamer heeft het verzoek behandeld tijdens een openbare zitting op 18 september 2013, waarbij de leden van de behandelende kamer geen gebruik maakten van de mogelijkheid om gehoord te worden. De wrakingskamer oordeelde dat de bezwaren van Reaal betrekking hadden op de inhoud van het tussenarrest, wat niet aan de orde kon worden gesteld in een wrakingsverzoek. Bovendien werd gesteld dat de rechters een grote beoordelingsvrijheid hebben bij de schadebegroting in civiele zaken.
De wrakingskamer concludeerde dat er geen uitzonderlijke omstandigheden waren die de vrees voor vooringenomenheid objectief gerechtvaardigd maakten. De beslissing van de wrakingskamer was dat het verzoek tot wraking werd afgewezen, en het proces in de hoofdzaak zou worden voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het wrakingsverzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 2 oktober 2013.