Uitspraak
Afdeling strafrecht
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
Zeeland-West-Brabant van 11 maart 2013 in de strafzaak met parketnummer 12-715347-12 tegen:
[verdachte],
- medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd, en
- medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd,
- een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht, met een proeftijd van 2 jaren met bijzondere voorwaarden zoals opgelegd door de rechtbank;
- een taakstraf voor de duur van 240 uren subsidiair 120 dagen hechtenis.
- bepleit dat verdachte zal worden vrijgesproken van het haar onder 1. primair ten laste gelegde;
- bepleit dat aan verdachte zal worden opgelegd een gevangenisstraf met een onvoorwaardelijk deel gelijk aan de duur van haar voorarrest en een voorwaardelijk deel voor de duur van 9 maanden, alsmede een taakstraf;
- zich gerefereerd aan het oordeel van het hof ten aanzien van de hoogte van de taakstraf.
- de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
- de omstandigheid dat harddrugs als de onderhavige, eenmaal in handen van gebruikers, grote gevaren voor de gezondheid van die gebruikers opleveren, terwijl die gebruikers hun verslaving vaak door diefstal of ander crimineel handelen trachten te bekostigen, waardoor aan de samenleving schade wordt berokkend;
- de omstandigheid dat verdachte een beperkte rol heeft gehad in het bewezen verklaarde.
21 oktober 2013, waaruit blijkt dat zij niet eerder door de strafrechter is veroordeeld ter zake van soortgelijke feiten;
19 februari 2013;
- de brief van Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant d.d. 8 november 2013;
- de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken.
advocaat-generaal gevorderde straffen in dit geval een passende reactie.
BESLISSING
Kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor vermeld.
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, ten behoeve van de vaststelling van haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van vingerafdrukken, geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat:
- verdachte zich binnen drie dagen na het onherroepelijk worden van dit arrest zal melden bij Reclassering Nederland op het adres Langendijk 34 te Breda;
- verdachte zich gedurende de proeftijd zal melden bij Reclassering Nederland, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht en zo frequent als de reclassering dit nodig acht;
- verdachte gedurende de proeftijd het zorgprogramma Herstelgericht bij GGZWNB zal volgen of soortgelijke zorg gericht op haar problematiek, zulks ter beoordeling van de behandelaren en de reclassering, waarbij de verdachte zich dient te houden aan de aanwijzingen zoals die gedurende haar behandeling door of namens de instelling/behandelaar aan haar zullen worden gegeven.
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagenhechtenis.