Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
’s-Hertogenbosch v.v.. Gesteld noch gebleken is dat belanghebbende overige voor vergoeding in aanmerking komende kosten als bedoeld in artikel 1 van het Besluit proceskosten bestuursrecht heeft gemaakt.
5.Beslissing
- vernietigtde uitspraak van de Rechtbank, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht;
- verklaarthet tegen de uitspraken van de Inspecteur ingestelde beroep gegrond;
- vernietigtde uitspraken van de Inspecteur;
- vernietigtde naheffingsaanslag;
- vernietigtde boetebeschikking;
- bepaaltdat van de Staat ter zake van het door de Inspecteur ingestelde hoger beroep door tussenkomst van de griffier een griffierecht wordt geheven van € 478;
- veroordeeltde Inspecteur in de kosten van het geding bij het Hof aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 21,86, en
- wijstde Staat aan als de rechtspersoon die de proceskosten moet vergoeden.