Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 107033/HA ZA 11-152)
2.Het geding in hoger beroep
3.De gronden van het hoger beroep
4.De beoordeling
22 september 2010 heeft gewacht met klagen. [appellante] zou dan immers verschillende malen contact hebben gehad met [geïntimeerde], met haar gesproken hebben over het defect van de auto, haar hebben laten meewerken aan door [appellante] aangevraagde onderzoeken van experts, met haar gesproken hebben over de mogelijke wijzen van repareren en de daaraan verbonden kosten en haar de auto hebben laten repareren zónder haar te waarschuwen dat zij in de ogen van [appellante] was tekortgeschoten in de nakoming van de koopovereenkomst. Het hof acht aannemelijk dat [geïntimeerde] zich rekenschap zou hebben gegeven van haar positie als verkoopster van de auto en zich anders zou hebben opgesteld indien zij wél daarop door [appellante] gewezen was. Dat [geïntimeerde] steeds de beschikking heeft gehad over de auto, zoals door [appellante] onweersproken is gesteld, doet er niet aan af dat [geïntimeerde], onwetend dat [appellante] haar non-conformiteit aanrekende, de auto is gaan repareren op de door [appellante] gekozen wijze en zonder erop bedacht te zijn bewijsmateriaal voor een eventuele procedure over de non-conformiteit te moeten veiligstellen.
30 juni 2010 bij [geïntimeerde] heeft geklaagd over de non-conformiteit van de auto. [geïntimeerde] is ook in haar belangen geschaad indien [appellante] tot 30 juni 2010 heeft gewacht met klagen. Ook dan immers zou [appellante] verschillende malen contact hebben gehad met [geïntimeerde], met haar gesproken hebben over het defect van de auto, haar hebben laten meewerken aan door [appellante] aangevraagde onderzoeken van experts, met haar gesproken hebben over de mogelijke wijzen van repareren en de daaraan verbonden kosten en haar de auto hebben laten repareren zónder haar te waarschuwen dat zij in de ogen van [appellante] was tekortgeschoten in de nakoming van de koopovereenkomst.
30 juni 2010. Het hof komt tot dat oordeel na afweging van de volgende betrokken belangen en met inachtneming van de volgende relevante omstandigheden: [appellante] zou al haar rechten ter zake van de tekortkoming verliezen; [geïntimeerde] zou in haar belangen zijn geschaad door het tijdstip waarop [appellante] heeft geklaagd, zoals hiervoor is overwogen; tussen het tijdstip dat [appellante] bekend werd met het gebrek, volgens haar eigen stellingen op of omstreeks 7 januari 2010, en dat van het protest zouden bijna zes maanden zijn verstreken.
5.De uitspraak
2 weken na datum tussenarrest) voor opgave van het aantal getuigen en van de verhinderdata van partijen zelf, hun advocaten en de getuige(n) in de periode van 4 tot 12 weken na de datum van dit arrest;