7.3.3.De beoordeling van voornoemde stellingen van Interpolis dient plaats te vinden in het licht van de gemotiveerde betwisting door ProRail en de hieronder genoemde feiten en omstandigheden, waarover het hof als volgt overweegt.
Interpolis was vanaf 14 januari 2008 (de maandag na de brand van zaterdagnacht 12/13 januari 2008) bij de kwestie inzake de asbestverontreiniging betrokken, als verzekeraar van [verzekerde].
In de periode kort na de brand en tijdens de sanering was ProRail niet bekend met de MSV en dus ook niet met haar mogelijke aanspraken op vergoeding onder de MSV en de daarvoor geldende verplichtingen. Interpolis heeft ProRail niet op het bestaan van de MSV en de toepasselijke voorwaarden gewezen.
Interpolis was, in de persoon van [medewerker van Interpolis], regelmatig ter plaatse op de locatie waar werd gesaneerd ook na 16 januari 2008 (de datum waarop is gekozen voor afdekken van het spoor en latere sanering, zie proces-verbaal van comparitie in hoger beroep). [medewerker van Interpolis] had dan volgens zijn eigen verklaring met name contact met verzekerde [verzekerde] en zijn advocaat. [medewerker van Interpolis] was er (naar hij zelf heeft verklaard: “zijdelings”) van op de hoogte dat werd besloten om het spoor met geodoek af te dekken en later te gaan saneren.
Interpolis heeft RPS benaderd (conclusie van antwoord nr. 15) om voor verzekerde [verzekerde] een plan van aanpak op te stellen voor de sanering en vrijgave van het betreffende terrein na de sanering. Volgens de door Interpolis overgelegde schriftelijke verklaring van operationeel directeur [operationeel directeur van RPS] (hierna: [operationeel directeur van RPS]) van RPS (prod. 2 bij nadere memorie na comparitie in hoger beroep) werd op 14 januari 2008 de regie overgenomen door de schade-experts van Achmea (hof: Interpolis) die voor [verzekerde] optraden. De opdrachten voor RPS kwamen vanaf dat moment formeel van [verzekerde] zelf, volgens [operationeel directeur van RPS].
Als niet of onvoldoende betwist door Interpolis staat vast dat op 16 januari 2008 onder meer [X.] en RPS aan ProRail hebben gemeld dat de ingezette sanering volgens het eerste plan van RPS niet werkte, nadat men dit in 3 shifts had geprobeerd. Er deden zich onverwachte zaken voor (zo was het asbest verder weggezakt en dieper ingebrand) en er kon op dat moment nog geen meter spoor worden vrijgegeven.
Eveneens staat als onvoldoende betwist door Interpolis vast dat [X.] daarbij aan ProRail heeft laten weten dat zij niet verder kon gaan met de sanering die nodig was voor vrijgave van het spoor omdat men “de wijk in moest”.
Als onvoldoende betwist door Interpolis staat vast dat in samenspraak met RPS is besloten tot het afdekken van het spoor met worteldoek en schone ballast, om later te gaan saneren. In nr. 1.1. van het tweede plan van RPS (prod. 2 bij dagvaarding in eerste aanleg) staat namelijk onder meer vermeld:
“(…) Naar aanleiding van de brand is het treinverkeer stilgelegd, toen na saneringsacties aan het spoor bleek dat het met asbest besmette gebied niet op tijd schoongemaakt en vrijgegeven kon worden is door Prorail in samenspraak met Spectrum en RPS besloten het met asbest besmette gebied op het spoor af te dekken met worteldoek en met schone ballast. Deze actie is u[it]gevoerd om in een later stadium alsnog te gaan saneren, het onderliggende plan heeft betrekking op het saneren van 170 meter met asbest besmet spoor.(…)”
Aan de enkele andersluidende schriftelijke verklaring van [operationeel directeur van RPS] (voornoemde prod. 2 bij nadere memorie na comparitie van partijen), gaat het hof voorbij omdat [operationeel directeur van RPS] er blijkens dezelfde verklaring kennelijk niet eens van op de hoogte is dat het tweede plan van aanpak van 3 maart 2008 door zijn eigen bedrijf is opgesteld. Vaststaat dat het ook niet [operationeel directeur van RPS] maar [opsteller van het tweede plan van RPS] - de opsteller van het tweede plan van RPS - was, die de gesprekken met ProRail voerde.
Het tweede plan van RPS moet, gelet op de eigen stellingen van Interpolis, zijn opgesteld in opdracht van [verzekerde]. Dit plan had ook de goedkeuring van de gemeente (3.1. van bestreden vonnis van 1 december 2010, p. 3, derde gedachtenstreepje).
Als onvoldoende betwist door Interpolis staat vast dat binnen de opties in het plan van aanpak van Spectrum, waarop het tweede plan van RPS is gebaseerd (4.1.6. van het tussenarrest) is gekozen voor de goedkoopste saneringsvariant.
Gesteld noch gebleken is dat Interpolis (al dan niet in de persoon van [medewerker van Interpolis]) ooit bezwaar heeft gemaakt tegen de afdekking van het spoor, de sanering in een later stadium en de wijze waarop de sanering uiteindelijk is aangepakt.
In het e-mailbericht van [medewerker van Interpolis] (4.1.8. van het tussenarrest) is onder meer vermeld:
“(…) Indien dit bekend is zullen wij deze kosten uitkeren aan het saneringsbedrijf, welke in opdracht van onze verzekerde, de werkzaamheden heeft uitgevoerd. Zoals gezegd vallen hier alle kosten onder die vanaf maandagmiddag13:00 uur (hof: bedoeld wordt 14 januari 2008) zijn gemaakt en onder het plan van aanpak van RPS vallen. Dit zijn ook de spoorbaan en de terreinen van NS.”
Dit e-mailbericht dateert van 8 april 2008 en de (door het saneringsbedrijf verrichte) werkzaamheden aan de spoorbaan hadden tot dan toe bestaan uit het afdekken van het spoor met geodoek en schone ballast.
ProRail heeft Interpolis bij brief van 18 april 2008, derhalve vóór de daadwerkelijke sanering, laten weten dat zij verwachtte dat de totale saneringskosten € 371.000,-- zouden bedragen (4.1.9. van het tussenarrest). Interpolis heeft hierop in elk geval niet vóór de afronding van de sanering gereageerd.
7.3.4. Naar het oordeel van het hof volgt uit de bovenstaande omstandigheden in onderlinge samenhang bezien en meer in het bijzonder uit de omstandigheden a), c), d), e), g), h), j), k) en l) dat de stellingen van Interpolis inzake het saneren zonder goedkeuring van het saneringsplan door Interpolis deels niet juist zijn en dat Interpolis voor het overige tegenover de gemotiveerde betwisting door ProRail onvoldoende concrete feiten en omstandigheden heeft aangevoerd die kunnen leiden tot het oordeel dat is gesaneerd zonder bedoelde goedkeuring.
Daartoe overweegt het hof als volgt. Interpolis vervulde kennelijk een bepaalde regierol en was in de persoon van [medewerker van Interpolis] op de hoogte van het besluit tot afdekken en later saneren. Dit besluit tot afdekken en later saneren is voorts in samenspraak met RPS, opdrachtnemer van verzekerde [verzekerde], genomen. Gelet op hetgeen daarnaast is overwogen in 7.3.3. sub k) over het e-mailbericht van [medewerker van Interpolis] en op de onvoldoende betwisting van Interpolis op dit punt (akte van Interpolis van 15 mei 2012, nr. 4), staat naar het oordeel van het hof vast dat Interpolis met dit mailbericht in elk geval heeft toegezegd om de kosten van het afdekken van het spoor te gaan vergoeden. Dit alles staat haaks op de stellingen van Interpolis dat ProRail eenzijdig, zonder enig overleg, heeft besloten tot afdekking van het spoor en sanering in een later stadium. Het uiteindelijke saneringsplan (het tweede plan van RPS) is opgesteld door RPS en dit moet volgens de eigen stellingen van Interpolis zijn gebeurd in opdracht van verzekerde [verzekerde]. Interpolis was volgens de verklaring van [medewerker van Interpolis] ter comparitie in hoger beroep met name vele malen ter plaatse aanwezig om overleg te voeren met [verzekerde] en zijn advocaat. Interpolis heeft niet gesteld dat [verzekerde] zonder goedkeuring van Interpolis het tweede plan van RPS heeft laten opstellen en uitvoeren. Tevens wordt in aanmerking genomen dat Interpolis voorafgaand of tijdens de sanering nooit, ook niet naar aanleiding van correspondentie van ProRail aan [verzekerde] en Interpolis, bezwaar heeft gemaakt tegen de uiteindelijke wijze van uitvoering van de sanering.
Al met al kan dan ook op basis van de onjuiste en/of onvoldoende (onderbouwde) stellingen van Interpolis niet tot het oordeel worden gekomen dat het tweede plan van RPS niet is goedgekeurd door Interpolis. Dit betekent dat aan bewijslevering op dit punt niet wordt toegekomen en dat het er voor moet worden gehouden dat ProRail tot sanering is overgegaan nadat Interpolis het tweede plan van RPS heeft goedgekeurd.