Uitspraak
[verdachte],
A.Hoger beroep
B.Onderzoek van de zaak
C.Vonnis waarvan beroep
D.Tenlastelegging
E. Bewijs: de vastgestelde feiten en omstandigheden
E.1 - Brandstichting bij de woning van [slachtoffer]
E.2 - Verklaringen van de verdachte
E.3 - De verklaringen van medeverdachte [medeverdachte]
E.4 - Sms-berichten
F. Bijzondere overwegingen omtrent het bewijs
F.1 - Waardering van de verklaringen van de verdachte
F.2 - Medeplegen
- De verdachte en medeverdachte [medeverdachte] zagen [slachtoffer] allebei als een obstakel in hun relatie. Aan dat obstakel moest een einde komen.
- Medeverdachte [medeverdachte] heeft meerdere malen (ook tegen de verdachte) geuit dat hij wilde dat [slachtoffer] kwam te overlijden.
- Medeverdachte [medeverdachte] heeft het plan opgevat om brand te stichten bij de woning van [slachtoffer] in Venlo. Medeverdachte [medeverdachte] stelde eerst voor om dat met een gasbrander te doen; de verdachte is daarin actief gaan meepraten.
- De verdachte en medeverdachte [medeverdachte] hebben (al dan niet per sms) over die brandstichting veelvuldig contact gehad. De bedoeling was dat de verdachte de brandstichting zou uitvoeren op een moment dat medeverdachte [medeverdachte] niet thuis was, omdat zij minder te verliezen had dan medeverdachte [medeverdachte].
- Medeverdachte [medeverdachte] heeft ten behoeve van de brandstichting een aantal voorwerpen in zijn schuur klaargezet voor de verdachte, namelijk de emmer met daarin benzine en een doek, het afwasmiddelflesje met benzine en de papieren prop die op een servetje leek. Verdachte heeft kort voor de brandstichting die voorwerpen opgehaald.
- Medeverdachte [medeverdachte] heeft tot kort voor de brandstichting per sms contact gehad met de verdachte. Op 10 juni 2011 omstreeks 00:14 uur schreef hij te hopen dat het haar zou lukken, dat het te mooi zou zijn om waar te zijn, dat het goed raak zou zijn, dat de hele boel zou platbranden en dat hij dan weer rust zou hebben.
- Medeverdachte [medeverdachte] is enkele minuten na de brandstichting al door de verdachte op de hoogte gesteld van de uitvoering. Op 10 juni 2011 omstreeks 02:13 uur schreef ze hem namelijk: “Gelukt”.
- Medeverdachte [medeverdachte] sms’te op 10 juni 2011 omstreeks 00:54 uur naar de verdachte dat hij even ging slapen en omstreeks 07:24 uur dat hij zich had verslapen, maar onderweg naar Venlo was om haar meesterwerk te bekijken.
F.3 - Voorwaardelijk opzet op de dood
- [slachtoffer] op het moment van de brandstichting thuis was.
- De verdachte de voordeur van de woning met benzine heeft ingespoten en een emmer met benzine en een doek erin voor de deur heeft gezet om vervolgens daarin een brandende prop papier te gooien. Nadat zij dat had gedaan en achteruit was gelopen, zag zij vuur, een grote vlam en hoorde korte tijd later een plof.
- De ter plaatse gekomen verbalisanten zagen dat de voordeur van de woning van [slachtoffer] in lichterlaaie stond.
- [slachtoffer] heeft verklaard dat zij de voordeur in brand zag staan.
- De bevelvoerder van de brandweer verklaarde dat de brand - als de brandweer niet ter plaatse was gekomen - de woning had kunnen inslaan. Hij verklaarde voorts dat op de hem getoonde foto’s van de voordeur te zien was dat het redelijk gebrand had. Hij constateerde bovendien dat een van de twee ruiten gebroken was. Bij een gebroken ruit bestaat volgens hem een groot gevaar dat de brand door de ruit heen naar binnen trekt. Die brand zal dan meestal naar boven trekken. De bevelvoerder verklaarde ook dat de gevaarzetting wordt verhoogd wanneer de deur met een vloeistof die goed hecht, wordt ingespoten en dat datzelfde geldt ingeval een brandbare stof voor de deur wordt gezet.
F.4 - Voorbedachte raad
G.Bewezenverklaring
H. Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
J. Op te leggen straf
K.Schadevergoeding
L.Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van 7
(zeven) jaren.
€ 537,99 (vijfhonderd zevenendertig euro en negenennegentig cent),te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 juni 2011 tot en met de dag der voldoening, en veroordeelt de verdachte die hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 537,99 (vijfhonderd zevenendertig euro en negenennegentig cent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 juni 2011 tot en met de dag der voldoening.