In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep van de besloten vennootschap De Novitaris B.V. en een natuurlijke persoon, hierna gezamenlijk aangeduid als De Novitaris c.s., tegen een vonnis van de rechtbank Roermond. De rechtbank had in het vonnis van 16 november 2011 geoordeeld dat de notaris haar zorgplicht jegens de overleden echtgenoot van de geïntimeerde had geschonden. De Novitaris c.s. waren in hoger beroep gekomen van dit vonnis en hebben vier grieven aangevoerd, terwijl de geïntimeerde, mevrouw [geïntimeerde], incidenteel hoger beroep heeft ingesteld en één grief heeft aangevoerd.
De feiten van de zaak zijn vastgesteld door de rechtbank en zijn niet betwist in hoger beroep. De kern van het geschil draait om de vraag of de notaris had moeten ingrijpen bij de verkoop van een pand door de zonen van de overleden echtgenoot van mevrouw [geïntimeerde]. De rechtbank had geoordeeld dat de zonen hun aanbiedingsplicht niet waren nagekomen, wat de notaris had moeten erkennen. Het hof heeft echter geoordeeld dat de notaris niet verplicht was om zelfstandig te oordelen over de aanbiedingsplicht en dat de omstandigheden niet vereisten dat zij haar medewerking aan de verkoop zou weigeren.
Het hof heeft de vordering van mevrouw [geïntimeerde] afgewezen en het vonnis van de rechtbank vernietigd. De Novitaris c.s. zijn in het gelijk gesteld en mevrouw [geïntimeerde] is veroordeeld tot terugbetaling van hetgeen zij op basis van het vernietigde vonnis had ontvangen, vermeerderd met wettelijke rente. De kosten van beide instanties zijn voor rekening van mevrouw [geïntimeerde].