Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Uitspraak op het hoger beroep van
27 november 2012, nummer AWB 11/4271, in het geding tussen
1.Ontstaan en loop van het geding
Met partijen is afgesproken dat het Hof alleen deze aanslag over 2011 zal behandelen en dat de Heffingsambtenaar zich voor de over het jaar 2010 opgelegde aanslag, op het aanslagbiljet van 31 oktober 2011 nader omschreven als [a-straat] 42, tariefcode 795, met een te betalen bedrag van € 266, daaraan conformeert.
mr. [B] en mevrouw [C].
2.Feiten
Het wordt door de Heffingsambtenaar aangeduid als luifel, en door belanghebbende als betonnen goot en ook wel als een geheel gegoten constructiedeel van het pand.
Over het jaar 2006 is een vergelijkbare aanslag precariobelasting opgelegd ten bedrage van
€ 174,72. Belanghebbende heeft tegen de laatstgenoemde aanslag bezwaar gemaakt dat bij uitspraak ongegrond is verklaard. Belanghebbende is vervolgens in beroep gegaan. In verband met de inschatting van de procesrisico’s heeft de Heffingsambtenaar voor de zitting de aanslag precariorecht 2006 vernietigd.
De Heffingsambtenaar is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.
- het voorwerp een goot is en geen luifel en daarom niet aan precariobelasting onderworpen is;
- hij aan de uitkomst van de daarover in 2007 na bezwaar en in beroep gevoerde discussie rechtens te beschermen vertrouwen ontleent dat nadien geen precariobelasting zou worden geheven;
- het onaanvaardbaar is dat hij aangeslagen wordt terwijl zich in zijn omgeving honderden panden bevinden met voorwerpen boven de grond, welke niet worden aangeslagen.
- in het midden kan blijven of sprake is van een luifel of van een goot, omdat in beide gevallen het voorwerp tot onderworpenheid zal leiden;
- hij inmiddels de procesrisico’s anders inschat dan zijn voorganger en vindt dat de aanslag terecht is opgelegd;
- het geld en de middelen ontbreken om iedere belastingplichtige aan te slaan;
- een en ander ook wel ertoe zou kunnen leiden dat er een vrijstelling komt voor particulieren.
De Heffingsambtenaar concludeert tot ongegrondverklaring van het hoger beroep.
4.Gronden
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank, doch enkel voor wat betreft de beslissing betreffende de aanslag precariobelasting over het jaar 2011, op het aanslagbiljet van 31 oktober 2011 nader omschreven als [a-straat] 42, tariefcode 795, met een te betalen bedrag van € 273;
- verklaart het tegen de uitspraak van de Heffingsambtenaar ingestelde beroep in zoverre gegrond;
- vernietigt voor wat betreft deze aanslag de uitspraak van de Heffingsambtenaar en de aan belanghebbende opgelegde aanslag; en
- gelast dat de gemeente Eindhoven aan belanghebbende het door deze ter zake van de behandeling van het beroep bij de Rechtbank en het hoger beroep bij het Hof betaalde griffierecht ten bedrage van in totaal € 156 vergoedt.
’s-Gravenhage. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen.