Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 246961/KG ZA 12-312)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep van 3 augustus 2012;
- het herstelexploot van 14 september 2012;
- de memorie van grieven met twee producties;
- de memorie van antwoord met zes producties;
- het pleidooi, waarbij partijen pleitnotities hebben overgelegd;
- de bij H12 formulier van 20 maart 2013 van de zijde van Betsoft in het geding gebrachte productie, een brief van [Consultancy] Consultancy van 18 maart 2013 met bijlage;
- het bij H12-formulier van 2 april 2003 van de zijde van Betsoft in het geding gebrachte overzicht van gemaakte en verwachte kosten;
- het bij faxbericht van 3 april 2013 van de zijde van Bubble in het geding gebrachte overzicht van gemaakte en verwachte kosten.
3.De gronden van het hoger beroep
4.De beoordeling
Betsoft heeft daarbij het idee bedacht, althans op de markt geïntroduceerd, om bij een bepaalde winnende combinatie het desbetreffende symbool/de desbetreffende symbolen ("icons") vergroot ("expanded") weer te geven ten opzichte van de gelijkblijvende achtergrond. Het lijkt daardoor alsof op die symbolen wordt "ingezoomd" of dat deze dichterbij komen. Betsoft noemt dit het "Expandicon"- effect en de erachter liggende technologie de Expandicon-technologie. Zij maakt aanspraak op een auteursrecht op de broncode daarvan alsmede op de "look and feel" van dit effect, maar zij erkent dat op het idee als zodanig geen auteursrecht kan rusten. Zij bezit geen octrooi op dit effect; dit zou wel zijn aangevraagd.
Ook Bubble maakt in een of meer van haar computerspellen gebruik van een vergelijkbaar effect.
Betsoft heeft - het hof werkt dit verderop concreet uit - een aantal niet in Nederland gevestigde partijen benaderd, daarbij gesteld dat zij - Betsoft - een auteursrecht heeft en dat een bepaald door de door Betsoft aangeschreven partijen op de markt gebracht spel inbreukmakend zou zijn; het gaat daarbij uiteindelijk om door Bubble ontwikkelde spellen of spellen die een door Bubble ontwikkeld onderdeel bevatten, ook al wordt de naam van Bubble niet genoemd.
Betsoft heeft voor zover bekend tot op heden geen partijen in Nederland rechtstreeks in gelijke zin benaderd, althans niet schriftelijk.
plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan" aldus moet worden verstaan dat deze zowel doelt op de plaats waar de schade is ingetreden, als op de plaats van de veroorzakende gebeurtenis die aan de schade ten grondslag ligt.
plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan" niet ziet op de plaats waar de eiser stelt vermogensschade te hebben geleden als gevolg van een door hem geleden, in een andere EEX-staat ingetreden aanvankelijke schade, en ook niet op de plaats waar de eiser woont of waar zich het centrum van zijn vermogen bevindt op de enkele grond dat hij aldaar financiële schade heeft geleden die voortvloeit uit het in een andere EEX-staat ingetreden en door hem geleden verlies van onderdelen van zijn vermogen.
vreesvoor te lijden schade als gevolg van nog te verrichten handelingen. Dat betekent dat voor de bevoegdheid en het toepasselijke recht de plaats van reeds verrichte handelingen en de plaats waar schade, al dan niet direct, is geleden, van ondergeschikt belang zijn. De vraag of en in hoeverre Bubble nadeel kan ondervinden van het wapperen met niet bestaande auteursrechten of inbreuken daarop tegenover partijen in het buitenland, en zo ja, of dat tot bevoegdheid van de Nederlandse rechter en toepasselijkheid van het Nederlandse recht zou leiden, behoeft dus geen beantwoording. De vordering van Bubble is immers daarop niet gericht. Bovendien heeft een wapperverbod territoriale – in dit geval tot Nederland beperkte – werking.
De reeds verrichte handelingen, waar ook verricht, zijn dus vooral van belang voor zover zij de vrees voor "wapperen" in Nederland aannemelijk kunnen maken.
in Nederlanddan wel tegenover in Nederland gevestigde relaties van Bubble zal gaan handelen als in de voorgaande rechtsoverweging omschreven.
Daarbij geldt dat Betsoft de stelling van Bubble, inhoudende dat zij gevestigd is te [vestigingsplaats], dat in de omgeving van [vestigingsplaats] veel ICT-bedrijven zijn gevestigd en dat veel van de relaties van Bubble in de omgeving van [vestigingsplaats] zijn gevestigd, onvoldoende gemotiveerd heeft betwist. Dat zo zijnde heeft, indien de gegronde vrees als hiervoor omschreven aannemelijk is, Bubble een rechtens te respecteren belang bij een verbod als door haar gevorderd.
Betsoft heeft een en ander geïllustreerd aan de hand van een in haar opdracht door ABCitsupport - hierna: ABC - opgesteld rapport, welk rapport nader is beoordeeld door [deskundige 1.].
Bubble betwist niet de uitkomst van het onderzoek van ABC, maar wel de basis waarop dat onderzoek heeft plaats gevonden en stelt dat Betsoft zich aan manipulaties schuldig heeft gemaakt.
Bij pleidooi in eerste aanleg (pleitnota randnr. 29) heeft Betsoft gesteld haar auteursrechten - waarmee in het licht van het geschil bedoeld moet zijn: auteursrechten op het Expandicon-effect - te hebben geregistreerd, onder meer in de Verenigde Staten, ten bewijze waarvan zij als prod. 1 heeft overgelegd een email welke betrekking heeft of zou hebben op een uittreksel uit de catalogus van het Amerikaanse Library of Congress. Afzender is het Copyright Office van de Library of Congress.
Het uittreksel vermeldt als type: Computer File, registratienummer [registratienummer 1.], titel Expandicon, beschrijving: Electronic File (eService), auteursrechthebbende Betsoft Gaming Ltd, en als jaar van vervaardiging en publicatie 2009. Bijlagen zijn niet bijgevoegd.
Feitelijk kan hieruit niet meer worden afgeleid dan dat Betsoft in 2009 een computerwerk heeft vervaardigd en gepubliceerd, welk werk zij in 2011 in de VS heeft geregistreerd. Het is een elektronisch bestand en het is op 14 januari 2011 geregistreerd onder een bepaald nummer. Voor het overige blijkt uit dit stuk niets omtrent de inhoud van het gepretendeerde auteursrecht.
Bij deze prod. 1 van Betsoft waren geen bijlagen gevoegd. Het is overigens niet duidelijk of er wel bijlagen bij een dergelijk stuk bestaan, nu het kennelijk enkel een afgedrukt elektronisch uittreksel van een online catalogus betreft.
In dit rapport wordt een code die Betsoft op 30 augustus 2011 aan ABC ter beschikking heeft gesteld vergeleken met een code van een concurrerend spel, genaamd (kort gezegd): Dr. Magoo, welke code in april 2011 van een website van "Superiorcasino" is gehaald.
Op bladen 7 en 8, betreffende de door Betsoft ter beschikking gestelde code, is een groot aantal regels gemarkeerd.
Op bladen 11 en 12, betreffende Dr. Magoo, is eveneens een groot aantal regels gemarkeerd.
Bij vergelijking zijn deze identiek of praktisch identiek.
Op blad 14 en 15 worden de beide codes vergeleken waar het gaat om het daadwerkelijk groter worden van het icoon. Er bestaat grote gelijkenis tussen de beide codes.
Op bladen 16 en 17 vindt een vergelijking op detailniveau plaats.
and Rivals expanding icon logic is identical:
Bubble heeft echter in reactie op het rapport gesteld dat de software (althans het deel daarvan dat het inzoomeffect betreft) welke van Betsoft afkomstig zou zijn (en waarmee Dr. Magoo is vergeleken) feitelijk in het geheel niet de software is welke aan het Expandicon-effect van Betsoft ten grondslag ligt.
Het hof heeft zich vrij geacht om in dit verband Wikipedia (op de zoektermen "reverse engineering" en "decompiler") te raadplegen, niet bij wijze van bewijs, doch teneinde meer inzicht te verkrijgen omtrent datgene wat Bubble met "decompileren" bedoelt.
Voor het overige is niets vermeld omtrent datum van de registratie of de rechthebbende.
Bij het uittreksel zijn gevoegd tien bladzijden computercode. In het origineel (dat wil zeggen: het originele uittreksel) worden die met het voorblad, door middel van een blauw lint dat is verzegeld verbonden. Betsoft heeft niet betwist dat dit de originele geregistreerde code betreft.
Uit vergelijking van deze code met de gemarkeerde gedeelten op bladen 7 en 8 van het rapport van ABC blijkt dat het gaat om een geheel verschillende code. Betsoft heeft gesteld dat een dergelijke code in de praktijk verder wordt ontwikkeld.
Nergens blijkt uit wie of wat ABC is. In het rapport wordt geen enkele naam van een persoon, die het onderzoek heeft uitgevoerd, genoemd. Geen enkele informatie is verstrekt omtrent de achtergrond en/of deskundigheid van de rapporteur. Of de rapporteur enige relatie heeft tot Betsoft is niet bekend gemaakt. Het is niet eens bekend of er een organisatie, genaamd ABCitsupport, bestaat.
Hieruit blijkt dat het onderzoek door ABC correct is uitgevoerd en dat de juiste conclusies zijn getrokken, maar het rapport-[deskundige 1.] maakt een belangrijk voorbehoud, te weten dat de herkomst van de beide broncodefragmenten niet is onderzocht. En juist daarop is het verweer van Bubble gericht.
Wat de herkomst is van het door Betsoft aan ABC aangeleverde broncodefragment is aldus onduidelijk. Of dit is verkregen op een wijze als door Bubble gesteld staat niet vast, maar dat is ook niet nodig. Volstaan kan worden met de constatering dat Betsoft, zie zich beriep op haar broncode zoals geregistreerd onder nummer [registratienummer 3.], kennelijk niet die broncode, doch een andere broncode aan ABC ter beoordeling heeft voorgelegd.
Dat betekent dat het rapport van ABC, en daarmee ook dat van [deskundige 1.], op drijfzand berust en het is - minst genomen – zeer aannemelijk dat Betsoft dat, zoals Bubble ook stelt, heeft geweten.
- Er zijn, vooralsnog, onvoldoende aanwijzingen voorhanden dat aan het Expandicon-effect van Betsoft auteursrechtelijke bescherming toekomt.
- Ook als dit anders is zijn er, vooralsnog, geen aanwijzingen voorhanden dat er - wat het uiterlijk betreft - sprake is van inbreuk, gepleegd door of met van Bubble afkomstige spellen, op een auteursrecht (betreffende het Expandicon-effect en de concrete uitwerking daarvan) van Betsoft.
- Van inbreuk, gepleegd met software van Bubble, op de (op het Expandicon-effect betrekking hebbende) broncode van Betsoft is niet gebleken.
- Betsoft weet dat er van zodanige inbreuk op de broncode geen sprake is.
- Betsoft legt willens en wetende aan de rechter rapporten voor waaraan gemanipuleerde uitgangspunten ten grondslag liggen.
- Betsoft geeft er blijk van bereid te zijn om derden te benaderen met de stelling dat met van Bubble afkomstige computerspellen inbreuk wordt gemaakt op intellectuele eigendomsrechten van Betsoft, terwijl Betsoft weet dat ofwel van zodanig intellectueel eigendomsrecht, ofwel van inbreuk daarop geen sprake is. Het hof verwijst naar het door Betsoft zelf aangehaalde citaat (mvg sub 23) uit het arrest HR 29 september 2006, LJN AU6098 (Stork-Bakels).
- Bubble schrijft waar ook ter wereld, met het inschakelen van waar ook ter wereld kantoorhoudende advocaten, andere partijen aan en beticht deze van auteursrechtinbreuk als het gaat om spellen welke qua effect ook maar in de buurt komen van Betsofts eigen inzoomeffect, zonder haar eigen acties te vervolgen en zonder te reageren op verzoeken van de aangeschreven partijen om toelichtingen waaruit van het bestaan van het auteursrecht van Betsoft en/of de inbreuk door van Bubble afkomstige spellen kan blijken
Dit is onjuist. De voorzieningenrechter heeft zich hierover niet uitgelaten. Naar zijn aard strekt de veroordeling zich enkel uit over Nederland; daarover zijn partijen het eens. Het hof acht het evenwel dienstig om - zonder dat dit tot vernietiging leidt - een en ander expliciet te vermelden.
Het hof is hierop niet uitgebreid ingegaan. In r.o. 4.3.3 ligt besloten dat indien en voor zover op de uitwerking (de broncode buiten beschouwing gelaten) auteursrecht zou rusten, het naar het voorlopig oordeel van het hof gaat om een auteursrecht met een beperkte omvang. In r.o. 4.3.4 en 4.3.5 ligt besloten dat - mede gelet op de beperkte beschermingsomvang - van inbreuk onvoldoende is gebleken.
Grief 6 leidt dus niet tot vernietiging van het vonnis.
Wat hiervan zij, in de opzet van het hof zoals hiervoor weergegeven speelt de mening van mede-eigenaren van Betsoft geen enkele rol. Deze grief leidt reeds daarom niet tot vernietiging van het vonnis.
Het gaat echter niet alleen om schade, maar ook om dreigende schade als Betsoft ook in Nederland zou gaan wapperen met onbewezen inbreuken op een onbewezen intellectueel eigendomsrecht. Die dreigende schade is voldoende aannemelijk geworden (mogelijk gevolg dat relaties van Bubble kopschuw geraken om verder met Bubble in zee te gaan)
Dat recht heeft Betsoft en verdient bescherming maar niet onbeperkt. Indien en voor zover tegen beter weten in ten nadele van anderen - en enkel ter bevordering van eigen belangen, niet ter bevordering van enig vermeend algemeen belang - willens en wetens onjuiste opmerkingen tegen derden worden gemaakt, heeft de benadeelde het recht zich daartegen teweer te stellen. Dat kan niet afstuiten op het recht op vrije meningsuiting.
Samen € 14.380,--, te vermeerderen met 5 % kantoorkosten maakt € 15.099, afgerond op € 16.000,--. Al deze bedragen luiden exclusief btw. Alle betrokken partijen zijn ondernemers. Door Bubble is niet uitgelegd waarom zij recht zou hebben op vergoeding van btw (zie richtlijn indicatietarieven in IE-zaken, nr. 5). De hoogte van de kosten is niet gemotiveerd betwist.