In deze zaak, gewezen door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 2 juli 2013, betreft het een incident dat is opgeworpen door de appellant in het hoger beroep tegen Stichting Kempisch Centrum voor Muziek & Dans. De appellant, vertegenwoordigd door mr. N.H.G. Beltman, verzoekt om inzage in een berekeningsvel dat zou behoren bij een offerte van 31 maart 2008. De geïntimeerde, KCMD, heeft aangegeven dat zij dit document niet kan vinden en verzoekt het hof om de appellant te verplichten dit document te overleggen. De appellant betwist echter dat hij dit document in zijn bezit heeft en stelt dat het document mogelijk nooit heeft bestaan.
Het hof overweegt dat KCMD niet aannemelijk heeft gemaakt dat het berekeningsvel daadwerkelijk bestaat en dat de appellant dit document onder zich heeft. De vorderingen van KCMD op basis van artikel 843a en 843b van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering worden afgewezen. Ook het verzoek op grond van artikel 22 Rv wordt afgewezen, omdat dit artikel geen rechtstreekse aanspraak op het overleggen van stukken biedt. KCMD wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van het incident. De hoofdzaak wordt verwezen naar de rol voor akte uitlating aan de zijde van KCMD, waarbij verdere beslissingen worden aangehouden.