Uitspraak
GERECHTSHOF ̓s-HERTOGENBOSCH
1.[de man],
2. [de vrouw],
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknummer/rolnummer 172985/KG ZA 12-282)
2.Het geding in hoger beroep
3.De gronden van het hoger beroep
4.De beoordeling
primair, samengevat, veroordeling van [appellant] tot het verwijderen en verwijderd houden van de garage op de schuine punt en een verbod om op de schuine punt gebouwen of werken op te richten die de maximaal toegelaten hoogte van de erfafscheiding overschrijden, een en ander op verbeurte van een dwangsom.
Subsidiairvordert [geïntimeerden], samengevat, verwijdering van uitstekende platen, muren en planken en verwijdering van de verlichting aan de garage, een en ander op verbeurte van een dwangsom.
primairevordering van [geïntimeerden] in zoverre toegewezen dat [appellant] is veroordeeld, uitvoerbaar bij voorraad, om binnen tien dagen na betekening van het vonnis de garage op de schuine punt te verwijderen, in die zin dat [appellant] dat gedeelte verwijdert en verwijderd houdt dat boven de huidige tuinmuur van twee meter hoog uitkomt, een en ander onder verbeurte van een gemaximeerde dwangsom. [appellant] is veroordeeld in de proceskosten; het meer of anders gevorderde is afgewezen.
2) op een verzoek van [geïntimeerden] van 18 oktober 2012 om handhavend op te treden inzake de garage van [appellant]. In deze beslissing concludeert de gemeente dat sprake is van een vergunningsvrij bouwwerk, dat de in het verzoek vervatte zienswijzen geen reden zijn de garage vergunningsplichtig te achten en dat het verzoek om handhaving daarom wordt afgewezen.