In deze zaak gaat het om de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een pasgeboren baby, [dochter], geboren op [geboortedag] 2012. De rechtbank 's-Hertogenbosch had op 4 december 2012 een voorlopige ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van [dochter] verleend aan de William Schrikker Stichting. De ouders, de vader en de moeder, zijn in hoger beroep gegaan tegen deze beslissing, omdat zij van mening zijn dat de mogelijkheden om [dochter] bij hen thuis te laten wonen onvoldoende zijn onderzocht. Tijdens de mondelinge behandeling op 8 mei 2013 is gebleken dat de stichting nog geen onderzoek naar de opvoedingscapaciteiten van de ouders had gestart. Het hof oordeelt dat het in het belang van [dochter] is dat er zo snel mogelijk duidelijkheid komt over haar toekomstperspectief. De stichting heeft aangegeven dat zij acht maanden nodig heeft om dit onderzoek uit te voeren. Het hof heeft de termijn van de verleende machtiging uithuisplaatsing bekort tot 1 september 2013, zodat de ouders deze termijn kunnen benutten om aan de voorwaarden van de stichting te voldoen. Het hof heeft de bestreden beschikking gedeeltelijk vernietigd en het verzoek van de raad tot uithuisplaatsing met ingang van 1 september 2013 afgewezen, terwijl de eerdere machtiging uithuisplaatsing van 5 december 2012 tot 1 september 2013 is bekrachtigd.