Uitspraak
GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De gronden van het beroep
4.De beoordeling
- a) [bestuurder van Beheer] (hierna: [bestuurder van Beheer]) is bestuurder van [Beheer] Beheer.
- b) [opdrachtnemer van Beheer] (hierna: [opdrachtnemer van Beheer]) heeft namens de opdrachtnemer van [Beheer] Beheer in de periode van (in ieder geval) 1980 tot en met 2006 fiscale en administratieve werkzaamheden verricht voor [Beheer] Beheer.
- c) [opdrachtnemer van Beheer] Accountants heeft aan [Beheer] Beheer facturen gezonden, welkom onbetaald zijn gebleven.
- d) [opdrachtnemer van Beheer] en [bestuurder van Beheer] gingen jarenlang zowel zakelijk als privé met elkaar om. Aan zowel de zakelijke als de vriendschappelijke relatie is in 2006 in einde gekomen.
‘De overige uren met de heer [bestuurder van Beheer] zijn niet direct in rekening gebracht, omdat deze ook niet door mij in de onderhanden werkadministratie zijn opgenomen, alleen in mijn werkagenda's’(prod. 10 cva in conv/cve in reconv). Naar het oordeel van het hof valt moeilijk voor te stellen dat [opdrachtnemer van Beheer] Accountants met ‘
werkagenda's’doelde op de specificaties kostenoverzicht die in hoger beroep door haar zijn overgelegd. Weliswaar stelt [opdrachtnemer van Beheer] Accountants in haar memorie van grieven dat zij met de mededeling dat de uren niet in de administratie maar alleen in de werkagenda's waren opgenomen, bedoelde dat de onderhanden administratie nog niet was verwerkt tot facturen. Echter, hiermee geeft [opdrachtnemer van Beheer] Accountants nog geen verklaring hoe zij met het woord
‘werkagenda's’de specificaties kostenoverzicht kan hebben bedoeld. Daar komt bij dat [opdrachtnemer van Beheer] Accountants bedoelde specificaties pas in hoger beroep overlegt. De verklaring dat dit te wijten was aan het gebrek aan ervaring van de advocaat die [opdrachtnemer van Beheer] Accountants in eerste aanleg bijstond, is weinig overtuigend. De specificaties betreffen – gelet op het verweer dat [opdrachtnemer van Beheer] Accountants bekend was (nr. 16 inl dagv) - de kern van de zaak. Daarbij komt dat [opdrachtnemer van Beheer] Accountants onvoldoende kenbaar en duidelijk heeft gereageerd op het gedetailleerde overzicht van [Beheer] Beheer van 17 data van 2001 tot en met 2004, waarop volgens de specificaties van [opdrachtnemer van Beheer] Accountants besprekingen zouden hebben plaatsgevonden, terwijl dat volgens het overzicht van [Beheer] Beheer steeds niet mogelijk was (nr. 85 mva).
‘(..) laat het onverlet dat wij geen gehoor zullen geven aan uw verzoek om opgemelde samenstellingsopdracht op dit moment te aanvaarden en onze werkzaamheden hangende de onbetaaldheid van de factuurs cq. openstaande bedrag volledig staken. Daarnaast zullen wij voor eventuele toekomstige werkzaamheden zoals hierboven aangegeven, vooraf een voorschot van u moeten ontvangen omdat wij niet willen werken onder dezelfde condities zoals dat in het verleden heeft plaatsgevonden mede gezien uw huidige manier van functioneren naar ondergetekende. (..) Zolang wij deze bedragen: zie brief van 13 augustus 2006 en het voorschot niet van u ontvangen hebben staken wij alle activiteiten jegens u en uw ondernemingen.’[Beheer] Beheer stelt - naar het hof begrijpt - dat [opdrachtnemer van Beheer] Accountants bij de bewuste factuur van 19 oktober 2006 werkzaamheden in rekening heeft gebracht, die zijn verricht ná verzending van voormelde brief van 22 augustus 2006. Nu [opdrachtnemer van Beheer] Accountants deze stelling niet betwist, gaat het hof uit van de juistheid ervan.
‘Over de juistheid van de nota [nota 2] tot een bedrag ad € 231,46 bestaat geen geschil’en
‘Thans wordt door [opdrachtnemer van Beheer] accountancy een afschrift overgelegd van de nota [nota 1] aan [Beheer] Beheer B.V. tot een bedrag van € 327,25. (..) De heer [bestuurder van Beheer] kan akkoord gaan met deze nota.’. [Beheer] Beheer is in zoverre tekortgeschoten met het onderbouwen van haar verweer, dat zij niet op voormelde gemotiveerde stelling heeft gereageerd.
“doe maar alles onder één dak brengen, zodat ik de aanslag successie allemaal via [Beheer] Beheer BV terugbetaal”.[Beheer] Beheer heeft echter aangevoerd dat hij de heer [getuige] nooit heeft gezien of gesproken, hetgeen door [opdrachtnemer van Beheer] Accountants niet voldoende kenbaar en duidelijk is betwist. Derhalve twijfelt het hof aan de betrouwbaarheid van de verklaring van [getuige].