D.2.6
De verklaring van [getuige 4] houdt – zakelijk weergegeven en voor zover hier van belang – het volgende in:
“(Vraag verbalisanten: Van wie ontving jij opdrachten voor het transport van auto's en hoe?)
Van [verdachte]. Die gaf mij meestal een mapje waar alles inzat, wat ik nodig had. Soms gaf [verdachte] dat mapje bij mij thuis aan iemand af. Daar zat een routebeschrijving in en de gegevens van de auto die ik moest ophalen. Een enkele keer zat er ook geld bij, dat betaald moest worden voor de auto's. Maar meestal was het geld per bank overgemaakt.
De opdrachten voor het ophalen van een auto kreeg ik altijd van [verdachte], nooit van iemand anders. De auto's waren ook wel voor klanten van [verdachte]. Meestal bracht ik de auto's naar [verdachte] op [adres] of mij thuis, maar een hele enkele keer werd de auto bij een benzinepomp overgenomen door de klant. Dan belde de klant mij op om af te spreken waar ik de auto moest afgeven.
(Vraag verbalisanten: Waarmee werden de auto's getransporteerd?)
Die werden getransporteerd met een auto-ambulance. Soms reed ik gewoon met de auto over de weg. Dan zat er een handelaarskenteken op dat ik kreeg van [verdachte].
(Vraag verbalisanten: Wie tekende voor ontvangst wanneer je een auto in ontvangst nam om te transporteren?)
Ik haalde de auto's altijd op in opdracht van [verdachte], ik tekende dan voor ontvangst omdat de verkoper dat vroeg. De verkoper wilde dan een handtekening dat de auto's was afgeleverd.
(Vraag verbalisanten: Welke bescheiden kreeg jij bij de auto's?)
Ik kreeg meestal een boekje mee met de auto met de kentekenbewijzen en de rekeningen. Die spullen liet ik in de auto liggen als ik de auto's afleverde. Dat gebeurde zowel als ik de auto's bij [verdachte] afleverde als aan de klant. Het gebeurde namelijk wel eens dat de klanten van [verdachte] bij mij thuis de auto's kwamen ophalen. Ik gaf meestal de sleutels af aan [verdachte] of aan de klant.
(Vraag verbalisanten: Waar heb jij auto's opgehaald en afgeleverd in opdracht van [verdachte]?)
In Nederland en Duitsland. Ik denk dat ik ook wel eens in België ben geweest. In Duitsland of België heb ik nooit auto's afgeleverd, alleen opgehaald. Ik heb ook nooit een
auto in Duitsland opgehaald en die in België afgeleverd of andersom.
(Opmerking verbalisanten: Wij tonen gehoorde een brief gedateerd 20 december 2003, waarin, in het Duits, staat vermeld dat gehoorde een BMW afhaalt voor de firma [bedrijf 2].
Deze brief is voorzien van bijlagenummer D-093-02.
Vraag verbalisanten: Wat kun je hierover verklaren?)
Ik zie dat ik gemachtigd word om een auto in ontvangst te nemen. Die mapjes waren van een formaat waarin deze brief ongevouwen in past. Die mappen kreeg ik altijd van [verdachte]. Die maakte dat in orde als ik auto's ging ophalen. Het bedrijf [bedrijf 2] ken ik niet.
(Vraag verbalisanten: Kun je beschrijven hoe het bedrijfsadres van [bedrijf 2] er uitziet?)
Nee, ik ken het bedrijf niet. Ik ben daar nog nooit geweest.
(Vraag verbalisanten: Waar is deze auto door jou afgeleverd?)
Ik ben daar mee naar Oirschot gereden naar mijn huis. Ik heb de auto niet afgeleverd bij het bedrijf [bedrijf 2].
(Opmerking verbalisanten: Wij, verbalisanten, tonen gehoorde:
- een factuur van [bedrijf 6], gericht aan [bedrijf 2], gedateerd 29.12.2003 betreffende de verkoop van een BMW X5.
- een formulier "Aflevering van de auto", ondertekend door "de eigenaar van de auto" [getuige 4], welke bij deze factuur was gevoegd.
- een kopie van een formulier van [bedrijf 4], gericht aan [naam].
Genoemde bescheiden zijn voorzien van bijlagenummers D-073, D-073-02 respectievelijk D-073-03.)
(Vraag verbalisanten: Wat heb jij met de aankoop van dit voertuig te maken gehad?)
Ik heb deze auto opgehaald. Dat zie ik aan mijn handtekening op het formulier “Aflevering van de auto”. Ik heb deze auto voor [verdachte] opgehaald.
(Opmerking verbalisanten: Wij, verbalisanten, tonen gehoorde:
- D-094 - een factuur van [bedrijf 5] gericht aan [bedrijf 2] betreffende de levering van een Audi A6 met [chassisnummer] voor een bedrag van
€ 33.000, en daarbij waren gevoegd:
- D-094-02 een zogenaamde "Verbringungsnachweis", ondertekend door "[getuige 4]" als "vertreter" van [bedrijf 2],
- D-094-03 een kopie van het paspoort van [getuige 4].)
(Vraag verbalisanten: Herken jij deze documenten?)
Ik herken mijn handtekening op het formulier D-094-02.
(Vraag verbalisanten: Volgens aantekening op de factuur is voor deze auto € 27.000 contant betaald, "bar bezahlt". Van wie heb jij het geld ontvangen voor deze betaling?)
Als ik geld meekreeg om auto's af te rekenen, was dat altijd afkomstig van [verdachte]. De auto was ook in opdracht van [verdachte] opgehaald en bij hem afgeleverd.”