ECLI:NL:GHSHE:2012:BW7070
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- N.J.M. van Etten
- I.B.N. Keizer
- Th.J.A. Kleijngeld
- Rechtspraak.nl
Wettelijke handelsrente en contractuele boete in huurgeschil
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, ging het om een hoger beroep van een huurgeschil tussen [appellant] en [geintimeerde]. Het hof had eerder in een tussenarrest van 24 mei 2011 aan [geintimeerde] een bewijsopdracht gegeven met betrekking tot de huurschuld over de periode van juli 2008 tot en met januari 2009. De kern van het geschil was of partijen algehele kwijting waren overeengekomen en of [appellant] de onderverhuur door [geintimeerde] had verhinderd. Tijdens de bewijsvoering werden getuigen gehoord, waaronder mr. Wortel en mr. Dirven, die beiden betrokken waren bij de onderhandelingen over de huurovereenkomst. Het hof concludeerde dat [geintimeerde] er niet in was geslaagd om het bewijs te leveren voor de gestelde kwijting en dat [appellant] niet onredelijke eisen had gesteld aan de onderverhuur.
Het hof oordeelde dat de vordering van [appellant] tot betaling van huur over de genoemde periode van € 13.622,33 moest worden toegewezen, met wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW. De gevorderde contractuele boete van € 2.000,- werd eveneens toegewezen, met wettelijke rente vanaf 13 oktober 2009. De vordering van [appellant] voor buitengerechtelijke kosten werd afgewezen, omdat deze niet voldoende onderbouwd was. Het hof veroordeelde [geintimeerde] in de proceskosten van beide instanties, en vernietigde het eerdere vonnis van de kantonrechter.
De uitspraak van het hof werd openbaar uitgesproken op 29 mei 2012, en het hof verklaarde de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad. Dit arrest is van belang voor de interpretatie van contractuele boetes en de toepassing van wettelijke rente in huurgeschillen.