ECLI:NL:GHSHE:2012:BW1754
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot schuldsanering op basis van onvoldoende aannemelijkheid van betalingsonmacht
In deze zaak hebben [appellant sub 1.] en [appellante sub 2.] hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch, waarin hun verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling was afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de appellanten niet aannemelijk hadden gemaakt dat zij niet in staat waren om hun schulden te betalen, zoals vereist volgens artikel 288 lid 1 aanhef en sub a van de Faillissementswet (Fw). Tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep op 2 april 2012, heeft [appellant sub 1.] verklaard dat hun gezamenlijke inkomen ongeveer € 2.000,- per maand bedraagt, wat hen in staat zou stellen om hun schulden af te lossen. Het hof heeft vastgesteld dat de vaste lasten van de appellanten ongeveer € 1.308,- per maand bedragen, waardoor zij een overschot van circa € 755,- per maand hebben om af te lossen op hun schulden. Dit zou hen in staat stellen om binnen een korte periode hun schuld aan Santander (Comfort Card) af te lossen.
Het hof heeft geconcludeerd dat de appellanten, ondanks hun argumenten, onvoldoende aannemelijk hebben gemaakt dat zij niet kunnen voortgaan met het betalen van hun schulden. De appellanten hebben geen nieuwe of andere schulden dan de eerder genoemde en hebben een financiële overcapaciteit. Het hof heeft het verzoek tot schuldsanering afgewezen, maar heeft wel vertrouwen in de mogelijkheid van de appellanten om zelfstandig hun schulden af te lossen. Het vonnis van de rechtbank is bekrachtigd, waarbij het hof de gronden van de beslissing heeft verbeterd.