ECLI:NL:GHSHE:2012:BV5598

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
14 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
HD 200.080.658
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid bij onvolledige memorie van grieven in een geschil over de levering van energie

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep van E.On Benelux Levering B.V. tegen een vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch. E.On heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van 9 september 2010, waarin de rechtbank de vorderingen van E.On afwees. Het hof heeft op 14 februari 2012 uitspraak gedaan en de ontvankelijkheid van E.On in haar hoger beroep beoordeeld. Het hof constateerde dat E.On bij haar memorie van grieven geen afzonderlijke grieven had aangevoerd, maar wel dertien producties had overgelegd ter ondersteuning van haar vorderingen. Het hof oordeelde dat de memorie van grieven voldoende duidelijkheid bood over de bezwaren van E.On tegen het bestreden vonnis en dat de geïntimeerde, [geintimeerde], voldoende op de hoogte was van de gronden van het hoger beroep. Het hof heeft E.On daarom ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep.

Daarnaast heeft het hof behoefte aan nadere inlichtingen van partijen, gezien de onduidelijkheden die zijn gerezen naar aanleiding van de overgelegde producties en de betwistingen door [geintimeerde]. Het hof heeft een comparitie van partijen gelast om nadere inlichtingen te verkrijgen en te onderzoeken of partijen tot een minnelijke regeling kunnen komen. Het hof heeft specifieke vragen geformuleerd die beantwoord dienen te worden door E.On en [geintimeerde], met betrekking tot de contractuele relaties en de levering van energie aan de betrokken percelen.

De uitspraak van het hof houdt in dat partijen deugdelijk vertegenwoordigd moeten verschijnen voor de raadsheer-commissaris, die de comparitie zal leiden. De zaak is aangehouden voor verdere beoordeling en de rol van de zaak is vastgesteld voor opgave van verhinderdata van partijen en hun advocaten.

Uitspraak

GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH
Sector civiel recht
zaaknummer HD 200.080.658
arrest van de vierde kamer van 14 februari 2012
in de zaak van
E.On Benelux Levering B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
appellante,
advocaat: mr. M.M.E. van Veen-Oudenaarden,
tegen:
[X.] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
geïntimeerde,
advocaat: mr. G.H. Hermanides,
op het bij exploot van dagvaarding van 16 november 2010 ingeleide hoger beroep van het door de rechtbank ’s-Hertogenbosch, sector kanton, locatie Eindhoven gewezen vonnis van 9 september 2010 tussen appellante - hierna E.On genoemd - als eiseres en geïntimeerde -hierna [geintimeerde] genoemd - als gedaagde.
1. Het geding in eerste aanleg (zaak/rolnr. 668382/10-113)
Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.
2. Het geding in hoger beroep
2.1. E.On heeft bij appeldagvaarding geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden vonnis en tot alsnog toewijzing van haar vordering en veroordeling van [geintimeerde] tot terugbetaling van hetgeen E.On ter uitvoering van het bestreden vonnis heeft voldaan en tot veroordeling van [geintimeerde] in de proceskosten in beide instanties. Bij memorie van grieven heeft E.On, onder overlegging van 13 producties, geen afzonderlijke grieven aangevoerd.
2.2. Bij memorie van antwoord heeft [geintimeerde], onder overlegging van twee producties, de memorie van grieven bestreden.
2.3. Partijen hebben daarna de gedingstukken overgelegd en uitspraak gevraagd.
3. De gronden van het hoger beroep
Voor de gronden van het hoger beroep wordt verwezen naar de memorie van grieven.
4. De beoordeling
4.1. Door E.On is op de rolzitting van 29 maart 2011 een memorie van grieven genomen. Deze memorie bestaat uit drie pagina’s en loopt van randnummer 1 tot en met 11. Afzonderlijke grieven, een petitum en een ondertekening ontbreken. In het door E.On overgelegde procesdossier is deze memorie van grieven ook in die vorm overgelegd. In het door [geintimeerde] overgelegde dossier heeft het hof na deze memorie van grieven een akte aangetroffen waar 3 mei 2011 als datum van rolzitting op staat vermeld. Deze akte behelst een kort bericht aan het hof dat de door E.On op 29 maart 2011 genomen memorie van grieven per abuis slechts voor een deel is ingediend. Daarbij is een memorie van grieven gevoegd die anders oogt dan de op 29 maart 2011 genomen memorie van grieven. Deze beslaat vier pagina’s en op pagina drie staat onder randnummer 11 ‘Grieven, grief I’ met een randnummer 1 en een ‘Toelichting grief I’. Vervolgens zijn nog randnummer 2 tot en met 5 opgenomen op pagina 4 waarop ook een ‘Grief 3 (veeggrief)’, ‘Bewijs’ en ‘Met conclusie’ voorkomt. Deze akte of een kopie daarvan bevinden zich niet in het door E.On zelf overgelegde procesdossier.
4.1.1. Het hof merkt op dat op de datum van 3 mei 2011, die op de akte staat vermeld als datum van een rolzitting, in deze zaak geen rolzitting is geweest. Een nieuwe memorie van grieven mag niet bij akte worden genomen en er is op 3 mei 2011 ook geen akte genomen. Deze akte, zoals die is overgelegd door [geintimeerde], zal daarom door het hof buiten beschouwing worden gelaten.
4.1.2. De vraag die vervolgens beantwoord dient te worden is of E.On met haar memorie van grieven van 29 maart 2011 aan het hof en aan [geintimeerde] voldoende kenbaar heeft gemaakt wat haar bezwaren zijn tegen het bestreden vonnis, wat de grondslag is van haar vordering en wat door haar wordt gevorderd. E.On heeft in haar appeldagvaarding op heldere wijze haar vorderingen geformuleerd. Bij de genomen memorie van grieven van 29 maart 2011 heeft E.On dertien producties overgelegd, waarop zij in de memorie telkens een korte toelichting heeft gegeven. In de memorie van antwoord is [geintimeerde] uitgebreid ingegaan op deze producties en de daarbij gegeven toelichting. Hieruit volgt dat het voor [geintimeerde], ook op basis van de appeldagvaarding in samenhang met de memorie van grieven van 29 maart 2011 met de daarbij overgelegde producties alleen, voldoende kenbaar was waartegen het hoger beroep van E.On is gericht.
4.1.3. Op grond van het voorgaande is het hof van oordeel dat op grond van het petitum in de appeldagvaarding in combinatie met het bestreden vonnis en de memorie van grieven van 29 maart 2011 met de daarbij overgelegde producties, voldoende kenbaar is welke bezwaren E.On heeft tegen het bestreden vonnis, wat haar vorderingen inhouden en wat de grondslag daarvan is. Het hof zal E.On daarom ontvankelijk verklaren in haar hoger beroep.
4.2. De vorderingen van E.On hebben betrekking op de betaling van facturen die door haar zijn overgelegd als producties 10 tot en met 13. Op deze facturen staat vermeld dat deze betrekking hebben op het leveradres Flight Forum [Flightforum sub a.]. De jaarafrekening die is overgelegd in productie 10 en de correctierekening die is overgelegd in productie 13 hebben betrekking op de periode van 11 mei 2006 tot en met 26 april 2007. De eindafrekening die is overgelegd in productie 12 heeft betrekking op de periode van 5 april 2007 tot en met 3 oktober 2007. In productie 11 bevindt zich een verzoek tot termijnbetaling voor de maand september 2007.
4.2.1. E.On stelt dat zij een overeenkomst heeft gesloten met [geintimeerde] op 10 mei 2006, waarin [geintimeerde] heeft aangegeven een open aansluiting te wensen. Als productie 7 heeft E.On een antwoordformulier overgelegd van NRE Netwerk, dat op 10 mei 2006 namens [geintimeerde] is getekend en waarbij een keuze wordt gemaakt voor een open aansluiting door [geintimeerde] voor het adres/bouwplan [Flight Forum sub a.]. Als productie 8 heeft E.On een opdracht formulier overgelegd dat eveneens op 10 mei 2006 namens [geintimeerde] is getekend en waarbij aan NRE Netwerk werkzaamheden worden opgedragen betreffende ‘Gas nieuw’ en ‘Elektriciteit nieuw’ voor het project [Flight Forum sub a.]. Subsidiair heeft E.On haar vorderingen gebaseerd op onverschuldigde betaling, dan wel ongerechtvaardigde verrijking.
4.2.2. [geintimeerde] stelt dat het bedrijfspand dat gelegen is op [Flight Forum sub a.] aan haar in eigendom toebehoort, maar vanaf 1 januari 2005 tot 2008 ‘kaal’ is verhuurd aan Carshop Benelux B.V. Zij heeft de huurovereenkomst als productie 1 bij de conclusie van antwoord overgelegd. Zij stelt daarbij dat Carshop Benelux B.V. eigen aansluitingen had, waarvoor een eigen contract betreffende nutsvoorzieningen zal zijn gesloten. [geintimeerde] stelt eveneens dat de facturen die door E.On zijn overgelegd niet juist aan haar zijn geadresseerd.
4.2.3. Daarnaast stelt [geintimeerde] dat de door E.On overgelegde antwoord- en opdrachtformulieren geen betrekking hebben gehad op het pand dat is gelegen op [Flight Forum sub a.], maar op [Flight Forum sub b.]. Dit laatste pand is door [geintimeerde] gebouwd nadat het pand op [Flight Forum sub a.] al was verhuurd. De door E.On overgelegde formulieren hebben betrekking op de aanleg van de energiemeter voor dit pand op nummer [Flightforum sub b.] dat nadien is verhuurd aan [Y.] Bedrijfskeukens B.V., aldus [geintimeerde]. Daarbij geeft [geintimeerde] aan dat na navraag bij [Y.] Bedrijfskeukens B.V. bleek dat de factuur van E.On die is overgelegd in productie 10 is ontvangen door [Y.] Bedrijfskeukens B.V. en ook door haar is ingeboekt. Vervolgens is er een procedure geweest tussen [Y.] Bedrijfskeukens B.V. en E.On, waarbij volgens [geintimeerde] deze factuur deel uitmaakte van de vordering van E.On. In het als productie 2 bij memorie van antwoord overgelegde vonnis van de kantonrechter te Eindhoven van 7 april 2011 in een verzetprocedure tussen [Y.] Bedrijfskeukens B.V. en E.On wordt de vordering van E.On tot betaling van de aan het adres [Flight Forum sub a.] te Eindhoven geleverde energie, afgewezen.
4.3. De formulieren die door E.On in producties 7 en 8 zijn overgelegd hebben betrekking op de aanvraag van een aansluiting en de opdracht voor de daarvoor benodigde werkzaamheden van [geintimeerde] aan NRE Netwerk, onder welke naam E.On stelt dat zij voorheen handelde. Op de formulieren staat vermeld dat deze aanvraag en opdracht betrekking heeft op [Flightforum sub a.]. Op de facturen die door E.On zijn overgelegd staat vermeld dat deze betrekking hebben op de levering van energie op [Flightforum sub a.]. Deze zijn echter verstuurd aan twee andere adressen, namelijk naar [Flightforum sub a.]A te Eindhoven en Javalaan 117 te Eindhoven. Het pand aan het adres [Flightforum sub a.]A is volgens [geintimeerde] verhuurd aan [Y.] Bedrijfskeukens B.V. en het adres Javalaan 117 was het oude vestigingsadres van [geintimeerde]. [geintimeerde] betwist deze facturen te hebben ontvangen.
4.4. Gelet op de onduidelijkheden en vragen die rijzen naar aanleiding van de overgelegde producties en de betwistingen door [geintimeerde] heeft het hof behoefte aan nadere inlichtingen van partijen. Het hof acht het daarom in deze zaak aangewezen een comparitie van partijen te gelasten om van partijen nadere inlichtingen te verkrijgen en om te onderzoeken of partijen tot een minnelijke regeling kunnen komen.
Het hof verlangt - in de eerste plaats van E.On, doch zoveel mogelijk ook van [geintimeerde] - antwoord op de volgende vragen:
- Welk deel van het perceel [perceelletter] [perceelnummer] van [geintimeerde] (volgens het kadastrale uittreksel 31 a 4 ca, doch dat lijkt moeilijk te rijmen met de kadastrale kaart) heeft straatnummer [Flight Forum sub a.] en welk deel [Flightforum sub b.]?;
- Op welke datum liep de huurovereenkomst met Carshop Benelux B.V. af en in welke periode was [Y.] Bedrijfskeukens B.V. huurder van het pand op nummer [Flightforum sub b.]?;
- Hoe verloop de fysieke scheiding tussen beide perceelgedeelten?;
- Hoeveel aansluitingen (gas en elektriciteit) staan op perceel [perceelletter] [perceelnummer], dan wel op straatnummers [Flightforum sub a.] en [Flightforum sub b.] geregistreerd?
- Waar bevinden zich fysiek de aansluitingen (gerelateerd aan beide perceelgedeelten)?;
- Welke EAN-nummers hebben de aansluitingen op nummers [Flightforum sub a.] en [Flightforum sub b.] (het hof wenst dus, indien er telkens twee verschillende aansluitingen voor gas en elektriciteit bestaan, vier nummers te vernemen)?;
- Hoe is te verklaren dat op de werkorder voor 30 juni 2006, EAN gas *13722 staat vermeld (gas)meternummer [gasmeternummer sub 1.] (productie 9), en op de jaarrekening van 10 augustus 2007 - eveneens betreffende EAN gas *13722 - gasmeternummer [gasmeternummer sub 2.] (productie 10)?;
- Met welke partijen heeft E.On-levering sedert begin mei 2006 tot en met eind 2008 schriftelijke leveringsovereenkomsten betreffende de straatnummers [Flightforum sub a.] en [Flightforum sub b.] gesloten? Van die overeenkomsten dienen afschriften te worden overgelegd.;
- Welke facturen (totaaloverzicht) heeft E.On met betrekking tot de levering van energie aan de straatnummers [Flightforum sub a.] en [Flightforum sub b.], in de periode begin mei 2006 tot en met eind 2008 gezonden en i) aan wie en ii) aan welk adres?
4.4.1. Het hof wijst erop dat deze opsomming niet uitputtend is. Het hof wenst een volledig inzicht te verkrijgen in de bestaande contractuele relaties met betrekking tot dit perceel en de beide perceelgedeelten, in het bijzonder ten aanzien van de vraag of en in hoeverre [geintimeerde] daarbij als wederpartij kan worden aangemerkt, dan wel als degene die feitelijk voordeel heeft getrokken van de prestaties van E.on.
4.4.2. Indien partijen ten behoeve van de comparitie nog een proceshandeling wensen te verrichten of producties in het geding wensen te brengen, dienen zij dat, conform art. 2.17 Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de gerechtshoven, uiterlijk twee weken voor de dag van de zitting aan het hof en de wederpartij toe te zenden.
4.5. Het hof houdt iedere verdere beoordeling en beslissing aan.
5. De uitspraak
Het hof:
bepaalt dat partijen - deugdelijk vertegenwoordigd door een persoon die tot het treffen van een minnelijke regeling bevoegd is - zullen verschijnen voor mr. J.M. Brandenburg als raadsheer-commissaris, die daartoe zitting zal houden in het Paleis van Justitie aan de Leeghwaterlaan 8 te 's-Hertogenbosch op een door deze te bepalen datum, met de hiervoor onder 4.4 vermelde doeleinden;
verwijst de zaak naar de rol van 28 februari 2012 voor opgave van de verhinderdata van partijen zelf en hun advocaten op woensdagen voor de maanden maart, april en mei 2012;
bepaalt dat de raadsheer-commissaris na genoemde roldatum dag en uur van de comparitie zal vaststellen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.M. Brandenburg, P.M.A. de Groot-van Dijken en M.A. Wabeke en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 14 februari 2012.