ECLI:NL:GHSHE:2011:BX7347
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- P.C.G. Brants
- M.C. van Dijkhuizen
- W.Th.M. Raab
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake machtiging uithuisplaatsing van minderjarigen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Breda, waarin een machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarigen [zoon A.] en [zoon B.] is verleend. De moeder van de kinderen, die in eerste aanleg niet aanwezig was, heeft op 14 juni 2011 beroep aangetekend tegen deze beschikking. De rechtbank had op 31 mei 2011 besloten dat de stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant de kinderen voor de duur van de ondertoezichtstelling uit huis mocht plaatsen. De moeder betwistte deze beslissing en verzocht het hof om de beschikking te vernietigen en het verzoek van de stichting af te wijzen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 18 augustus 2011 heeft de advocaat van de moeder, mr. L.E. Swart, het standpunt van de moeder toegelicht. Het hof heeft vastgesteld dat de termijn waarvoor de machtiging was verleend inmiddels was verstreken, wat de vraag opriep of de moeder nog belang had bij het hoger beroep. Het hof heeft de argumenten van de moeder overwogen, waaronder de impact van de uithuisplaatsing op de kinderen en de discussie over de bevoegdheid van de Nederlandse rechter in het kader van het Haags kinderbeschermingsverdrag.
Uiteindelijk heeft het hof geoordeeld dat de moeder geen rechtens te respecteren belang meer had bij een inhoudelijke beoordeling, aangezien de machtiging tot uithuisplaatsing al was verlopen. Het hof heeft het verzoek in hoger beroep afgewezen en de beschikking van de rechtbank Breda bevestigd. De uitspraak is gedaan op 8 september 2011 door de rechters P.C.G. Brants, M.C. van Dijkhuizen en W.Th.M. Raab.